Museum maakt valse start
Dr. Jan Vaessen, tot 1 april dit jaar directeur van het Nederlands Openluchtmuseum, was nauw betrokken bij de plannen voor het Nationaal Historisch Museum (NHM). Hij is uiterst kritisch over de gang van zaken.
„Vooraf dit: wat het Openluchtmuseum zou moeten doen is aan mijn opvolger. Ik volg het NHM nu gewoon als burger.” Vaessen is ontstemd over „het proces, hoe een aantal zaken is gegaan.” Aanvankelijk was het de bedoeling dat het Nationaal Historisch Museum naast het Openluchtmuseum in Arnhem zou komen, maar de NHM-directeuren Schilp en Bijvanck kozen voor de plek naast de John Frostbrug. Vaessen: „De locatie is een essentieel onderdeel van een museum, het hoort bij het ontwerp. Over dit soort kwesties is nooit met het Openluchtmuseum gesproken door de directeuren van het NHM en de raad van toezicht. Er is geen contact geweest, terwijl de officiële opdracht was dat er samen iets ontwikkeld zou worden. Alles wijst erop dat men vanaf het begin niet op de locatie naast het Openluchtmuseum wilde zitten. Men wilde gewoon een andere plek. Daar zijn misschien ook wel goede argumenten voor, maar die worden niet genoemd.”De gang van zaken steekt de oud-directeur van het Openluchtmuseum. „Wij weten dat veel mensen uit reformatorische en vrijgemaakte hoek trouwe bezoekers van het Openluchtmuseum zijn. Dat is ook wat mij wel pijn doet, men haalt de neus op voor het Openluchtmuseum, het is blijkbaar niet sexy, hip, of modieus genoeg. Ik vind dat mensen daar lichtzinnig mee omgaan.”
Ook het terzijde schuiven van de historische canon als leidraad voor het Nationaal Historisch Museum was niet volgens de oorspronkelijke opdracht, meent Vaessen. „Er wordt nu een soort schijndiscussie gevoerd, alsof degenen die wel met de canon aan de slag gingen, schools zijn. Maar het NHM was in eerste instantie voor gezinnen met kinderen en voor schoolkinderen bedoeld. Daarom is het logisch die canon als uitgangspunt te hanteren. In de opdracht stond het gewoon zwart-op-wit.”
Vaessen vindt het voor de toekomst van belang dat „de waarheid boven tafel komt.” „Het gaat om een nationaal project waar je betekenis aan moet geven. En dan moet je een faire start maken.”
Woordvoerder Marc van Hal van het NHM erkent dat al voordat de directie met de plannen aan de slag ging, er kritisch naar de locatie bij het Openluchtmuseum is gekeken. „Ook zijn andere plekken in Arnhem onderzocht. Op basis van een grondige analyse is de plek bij de John Frostbrug uit de bus gekomen. Daar is niets mis mee, zo zou elke directie te werk gaan.” Van Hal onderstreept dat deze plek is gekozen „op inhoudelijke gronden.” „Het is een historische locatie, midden in de samenleving en aan het water. Allerlei randvoorwaarden zoals de garage en de verkeersstromen waarover nu wordt gesproken, hebben niet de doorslag gegeven.”
Van Hal zegt dat de historische canon in het museumconcept „helemaal niet is weggepoetst.” „Hij is alleen niet als leidraad genomen. De canon is geen museaal concept, maar een onderwijskundig concept. Dat heeft de voorzitter van de canoncommissie, Frits van Oostrom, ook benadrukt.” Van Hal verzekert dat de chronologie een duidelijke plek krijgt in het te bouwen NHM. „Maar dat betekent niet dat we bij de Batavieren beginnen en bij premier Balkenende eindigen. Het museum wordt geen achtbaan door de Nederlandse geschiedenis. Wel worden bezoekers in staat gesteld elk element in een duidelijk chronologisch kader te plaatsen.”