Omdat de man van Somalische afkomst niet mee heeft willen werken aan een onderzoek in het Pieter Baan Centrum, gaat de aanklager ervan uit dat hij volledig toerekeningsvatbaar was.De man zou zijn eveneens uit Somalië afkomstige vrouw van 45 in haar woning rond middernacht met meerdere messteken om het leven hebben gebracht. Dat gebeurde in de slaapkamer in bijzijn van hun vijf kinderen, in de leeftijd van acht tot zestien jaar. De oudste heeft nog geprobeerd haar vader na een eerste serie steken tegen te houden met de stang van een stofzuiger, maar hij keerde terug naar de slaapkamer en stak wederom toe.

De veertienjarige zoon belde het alarmnummer. Even later belde de verdachte zelf ook met de mededeling dat hij zijn vrouw had vermoord.
Tijdens de zitting kwam hij min of meer terug op die bekentenis. Hij liet de tolk meerdere keren vertalen van niets meer te weten. Hoewel zijn melding aan de politie in het Nederlands werd gedaan, gaf hij als verklaring voor een mogelijke vergissing dat het woord ”moord” in het Somalisch meerdere betekenissen heeft en ook voor ”slaan” wordt gebruikt.

De twee hadden al langere tijd huwelijksproblemen, hoewel de man in het strafbankje ook dat ontkende. Hij woonde apart in Apeldoorn, maar kwam nog vaak bij zijn gezin thuis in de rijtjeswoning aan de Reest in Apeldoorn-Zuid.

Volgens de advocaat kon de situatie zijn veroorzaakt door emoties, die de toch al hoge bloeddruk van de man tot extreme hoogte hebben gebracht. „Daardoor is hij misschien in een soort shocktoestand geraakt, waarin hij zijn vrije wil niet kon bepalen.”

Ondanks de mislukte opname in het Pieter Baan Centrum pleitte ze voor een lichamelijk onderzoek. En verder was het volgens haar geen moord, maar hooguit doodslag, omdat nergens uit bleek dat hij met moordplannen rondliep.

De rechtbank doet op 11 juni uitspraak. A. liet alvast weten in hoger beroep te zullen gaan.