Amsterdam maakt geld vrij voor crisisbestrijding
Amsterdam moet ook in tijden van financiële crisis flink investeren. Op die manier moet de stad sterker uit deze tijden van recessie komen. Het college van burgemeester en wethouders stelt dit voor in de Voorjaarsnota 2009. Het wil voor de begroting van volgend jaar 180 miljoen euro vrijmaken om de effecten van de crisis te dempen.
Verantwoordelijk wethouders Lodewijk Asscher en Maarten van Poelgeest presenteerden de nota dinsdag. De gemeenteraad moet nog over de voorstellen beslissen. Om de investeringen mogelijk te maken, wil het college onder meer bezuinigen op het ambtelijk apparaat. Het gaat dan om een eenmalig bedrag van 18 miljoen euro en structureel 16 miljoen euro.Volgens Asscher is het gelukt de komende jaren te bezuinigen op posten waar het kan. Het gaat dan vooral om maatregelen binnen de gemeente, zoals het inhuren van extern personeel. „Het wordt woekeren met onze eigen mensen. Iedereen zal een stapje harder moeten zetten”. Ook is er het komende jaar minder geld voor „leuke dingen”, aldus de wethouder. Het college sluit meer bezuinigingen niet uit.
Daar staat tegenover dat Amsterdam de zwakkeren in de stad wil ontzien. Doel is vooral mensen aan het werk te houden, subsidies te verlenen aan bedrijven die nieuwe werknemers willen aantrekken en jongeren helpen die van school komen. Ook is er extra geld voor armoedemiddelen, sociale activering en zorg.
De stad heeft de afgelopen tijd fikse tegenvallers moeten incasseren, zoals de problemen bij de aanleg van de Noord–Zuidlijn. Volgens Asscher heeft de gemeente die deels kunnen opvangen in de jaarrekening en deels met andere middelen.
Het geld dat vrijkomt door het Schipholdividend en de inkomsten uit de aanstaande verkoop van Nuon hoeven niet voor deze tegenvallers te worden aangeboord. Het college wil dit geld de komende jaren onderbrengen in een speciaal investeringsfonds met een omvang van 73 miljoen euro. Dit bedrag komt ten goede aan investeringen in de stad die zich terugverdienen op het gebied van ruimtelijke investeringen (zoals het Wallengebied), energie en duurzaamheid, kennisinnovatie, onderwijs en cultuur en het opbouwen van financiële ruimte om tegenvallers op te vangen.