Politie Hollands Midden verscherpt screeningsprocedure medewerkers
Het onderzoek naar de screening van nieuwe medewerkers bij Politie Hollands Midden door een onafhankelijke onderzoekscommissie is afgerond. Het ging hierbij om 371 dossiers van medewerkers die tussen 1 januari 2007 en 31 december 2008 zijn aangenomen. De commissie heeft vastgesteld dat de richtlijnen onvoldoende consequent zijn toegepast. Dit is voor het korps aanleiding geweest om de screeningsprocedure per direct te verscherpen.
De commissie concludeert in 369 gevallen dat de medewerker terecht is aangenomen. In twee dossiers bestaat bij de commissie twijfel of de medewerker bij het volledig volgen van de richtlijnen wel zou zijn aangenomen. In deze dossiers is een risico aanwezig op beïnvloeding door de omgeving.Er zijn echter geen strafbare handelingen gepleegd en de integriteit is niet geschonden waardoor er geen (juridische) grond is voor ontslag. Zij blijven, onder strikte voorwaarden, in dienst van het korps.
Reden voor de toetsing was onder andere een anonieme brief van een medewerker van het korps over de screeningsprocedure aan onder andere de korpsbeheerder, de vakbonden en de media. De onderzoekscommissie bestond uit specialisten van andere korpsen, een vertegenwoordiger van het Landelijk Expertise Centrum Diversiteit en vertegenwoordigers van Politie Hollands Midden.
De commissie heeft ook een aantal aanbevelingen gedaan ten aanzien van het screeningsproces. De belangrijkste is een strikte scheiding tussen het antecedentenonderzoek en de beoordeling van de kandidaten. Het korps heeft de aanbevelingen overgenomen en per direct ingevoerd.