College Dordt wijst kritiek van de hand
De omvang van de funderingsproblematiek in Dordrecht bleek steeds groter en daarop volgde keurig een arsenaal aan maatregelen. In de reactie van het Dordtse college op de rekenkamer is dat het voornaamste verweer.
Waar de rekenkamer stelt dat getroffen huiseigenaren individueel duidelijk hadden moeten worden geïnformeerd, stelt het college dat er bewonersbijeenkomsten zijn geweest en dat de gemeente beschikbaar was voor om de door haar toegestuurde resultaten van funderingsonderzoeken toe te lichten.Volgens de rekenkamer moeten onwillige eigenaren van een huis met een slechte fundering standaard een officiële aanschrijving ontvangen. De gemeente zegt dat dan eerst onomstotelijk moet vaststaan dat hun woning een gevaar vormt voor de omgeving.
Verder hanteerde Dordrecht de beleidsregel dat pas wanneer minstens 80 procent van de bewoners van een woningblok vrijwillig wilde renoveren, zij de resterende 20 procent ‘dwarsliggers’ zou aanschrijven.
De gemeente zegt verder funderingsherstel al sinds 1997 met subsidieregelingen te bevorderen, maar ziet daarbij volgens de rekenkamer over het hoofd dat er vóór de stadsbrede aanpak slechts van beperkte ad-hocregelingen sprake was.