Verklaring van het curatorium inzake dr. W.A. den Boer
Opgenomen in De Wekker, 22 mei 2009
Op 27 juni 2008 promoveerde aan onze Theologische Universiteit broeder W.A. den Boer met een proefschrift over de theologie van Arminius, Duplex Amor Dei. Daarna wijdde dr. Den Boer een drietal artikelen aan de door hem behandelde materie in ons kerkelijk orgaan De Wekker. Zowel in enkele brieven aan het curatorium als in het blad Bewaar het Pand werd naderhand uiting gegeven aan grote zorg over deze studie en de artikelen. Het theologische standpunt van dr. Den Boer zou wezenlijk neerkomen op een afstand nemen van aangelegen zaken uit onze gereformeerde belijdenis. Zelfs werd de TUA opgeroepen om ”kleur te bekennen”, en werd het curatorium ter verantwoording geroepen ten aanzien van zijn toezichthoudende taak. Vanwege de tot op heden blijvende onrust in een deel van de kerken ziet het curatorium zich genoodzaakt om, afwijkend van de normale kerkelijke procedures in dezen, zich uit te spreken over de zaak in geding.Het curatorium is geroepen om namens de kerken toe te zien op de gereformeerde identiteit in onderwijs en onderzoek aan onze Theologische Universiteit, en zoekt deze taak steeds naar eer en geweten uit te voeren, ook ten aanzien van de dissertatie van dr. Den Boer. Zijn proefschrift betreft een historische studie naar de
theologie van Arminius, waarin hij op grond van nieuw onderzoek meent te mogen stellen dat deze theoloog niet altijd recht is gedaan. Hij pleit voor een beter zicht op Arminius’ standpunten, en een nuancering van onze bestaande beelden daarvan. Dit is het goed recht van een historische studie, die ook nieuwe bronnen analyseert. Dit betekent echter geenszins dat dr. Den Boer Arminius’ standpunten zelf deelt of verdedigt; hij stelt juist ook kritische vragen bij diens theologie.
Gereformeerd
Wel is het goed, zo hebben het curatorium (na advies van het college van hoogleraren) en dr. Den Boer gemeend, om de volgende verheldering te geven. Dr. Den Boer noemt in zijn studie en in zijn artikelen in De Wekker Arminius een ”gereformeerd” theoloog. Hij beoogde hiermee een historische plaatsbepaling van Arminius binnen de theologische discussie van zijn dagen: Arminius was niet rooms, niet luthers, maar ‘gereformeerd’: behorend tot de brede stroom van protestantisme die zijn oorsprong heeft in de Zwitserse, nader bepaald de calvinistische reformatie. Wanneer dr. Den Boer niet een historische typering maar een confessioneel-dogmatisch oordeel had willen geven, dan zouden de Dordtse Leerregels (die tien jaar na Arminius’ dood tot stand kwamen) voor hem daarbij mede normatief zijn geweest. Op hetzelfde vlak ligt Den Boers kwalificatie van Arminius’ theologie als ”een waardevolle bijdrage aan de toenmalige theologie”: dit is bedoeld als een historische constatering en niet als een dogmatisch oordeel. Als ”gereformeerd” in confessionele zin geldt voor dr. Den Boer en voor ons allen datgene wat in onze gereformeerde belijdenisgeschriften, inclusief de Leerregels van Dordt, wordt beleden. Met andere woorden: niet alles wat vanuit historisch oogpunt gereformeerd heet, is ook daadwerkelijk confessioneel gereformeerd zoals wij dat kerkelijk, theologisch en geestelijk voorstaan. Dr. Den Boer erkent dat hij, om misverstanden te voorkomen, beter had kunnen definiëren wat in zijn studie precies onder gereformeerd moet worden verstaan. Voor hemzelf was het vanwege de
historische benadering echter vanzelfsprekend dat dit geen confessioneel-dogmatisch oordeel betrof.
Bij iedere studie kunnen vragen gesteld worden over de precisie van de formuleringen, en of alle elementen van de thematiek voldoende in het totaaloordeel zijn betrokken. Dat geldt ook voor dit werk.
Naar de mening van het curatorium wordt echter in het proefschrift van dr. Den Boer bij geen enkel punt uit de gereformeerde belijdenis enige twijfel gezaaid, en is zijn studie niet strijdig met de gezonde gereformeerde leer.
Het curatorium hecht eraan op deze wijze de naam van dr. Den Boer, inmiddels een gewaardeerd docent aan de TUA, te vrijwaren van verdenking van ongereformeerde theologie. Hij staat ervoor om inhoudelijk zijn hartelijke verbondenheid met de gereformeerde confessie in onderwijs en onderzoek waar te maken.
Namens het curatorium,
ds. J.M.J. Kieviet, voorzitter
ds. D. Quant, secretaris.
Dordrecht/Huizen, mei 2009