Irakees Krekar uitgezet naar Noorwegen
De Irakees Mullah Krekar is maandagavond naar Noorwegen uitgezet. De autoriteiten daar hebben hem volgens zijn advocaat B. Miling niet aangehouden. „Hij is op dit moment een vrij man.”
Krekar was maandagavond onder begeleiding met een speciale charter vertrokken. De Noorse autoriteiten hadden Nederland verzekerd dat hij in Noorwegen zou worden aangehouden. Tot ieders verbazing hielden de Noorse autoriteiten hem niet aan. Hij is met zijn familie en advocaat meegereden. De Noorse overheid had zijn aanhouding juist wel aan minister Donner van Justitie toegezegd, liet de Nederlandse bewindsman eerder weten. Krekar zal zich volgens Miling in Noorwegen netjes beschikbaar voor justitie houden.
De advocaten van Krekar probeerden maandagavond op Schiphol nog asiel aan te vragen, om te voorkomen dat hij werd uitgezet. Daar kregen zij geen gelegenheid meer toe, zegt advocate B. Böhler, die contact had met de raadsman van Krekar, V. Koppe. Toen Koppe en een kantoorgenoot weigerden uit het busje te stappen waarin Krekar naar het vliegtuig werd vervoerd, zijn beiden aangehouden, vanwege het niet opvolgen van een ambtelijk bevel. De advocaten werden later in de avond weer vrijgelaten.
Minister Donner van Justitie besloot maandag de uitleveringsprocedure van Krekar aan Jordanië af te blazen, omdat dit land relevante informatie over dit verzoek niet wenste over te dragen. Het ging daarbij volgens het ministerie van Justitie om het Jordaanse aanhoudingsbevel en de relevante Jordaanse wetsartikelen voor de uitlevering. Jordanië verdenkt Krekar officieel van heroïnehandel.
Donner voorziet dat de rechtbank in Haarlem zonder deze informatie op 23 januari niet zal toestaan dat Krekar mag worden uitgeleverd. Het gevolg zou zijn dat de Irakees op vrije voeten zou komen.
In Noorwegen wordt Krekar verdacht van het opzetten van een militaire organisatie buiten Noorwegen. Omdat de Irakees een Noors vluchtelingenpaspoort heeft, denkt Donner dat de Noren de meeste aanknopingspunten hebben om Krekar te vervolgen. Die zijn er in Nederland zelf niet, meent de bewindsman.
Mullah Krekar, wiens echte naam Fateh Najmeddin Faray is, werd op 12 september op Schiphol gearresteerd. Dat gebeurde tijdens een tussenstop op een vlucht tussen Teheran en Oslo.
Krekar leidt de islamitische organisatie Soldaten van de Islam. Die beweging onderhoudt volgens de Verenigde Staten nauwe banden met het terreurnetwerk al-Qaida van Osama bin Laden. Ook vermoeden de Amerikanen dat de Irakees contacten heeft met de Iraakse leider Saddam Hussein. Donner heeft de uitzetting dan ook met de Verenigde Staten besproken.
Hoewel Krekar sinds 12 september in Nederland vastzat voor de Jordaanse zaak, maakte de Amerikaanse federale recherche FBI van deze gelegenheid gebruik. Onderzoekers van deze dienst hebben de Irakees inmiddels in de extra beveiligde gevangenis in Vught ondervraagd over zijn vermeende banden met al-Qaida en Hussein.
Koppe vermoedt dat de Jordaanse autoriteiten Krekar nog voor andere zaken willen berechten dan in het uitleveringsverzoek wordt gevraagd. De raadsman stelde eerder voor de raadkamer dat minister Donner van Justitie weet of de Jordaanse autoriteiten zelfs heeft geadviseerd om het uitleveringsverzoek alleen op de vermoedelijke drugshandel in te dienen. Dat mag niet volgens het geldende verdrag waarop het verzoek van Jordanië is gebaseerd.
De raadsman heeft daarom al eerder opheldering gevraagd aan het openbaar ministerie (OM) in Haarlem. Het OM zei dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat Jordanië Krekar ook voor andere zaken wil vervolgen. Dat terwijl er in het uitleveringsverzoek ook melding wordt gemaakt van „misdrijven tegen personen.”
De advocaten gaan zich beraden over welke actie ze tegen de uitzetting van Krekar en hun eigen arrestatie ondernemen.