Binnenland

„Bellen 1-1-2 bij beroerte is van groot belang”

De Nederlandse Hartstichting hoopt dat de Europese Dag van de Beroerte ertoe bijdraagt dat meer omstanders na het herkennen van een beroerte in actie komen. „De gevolgen kunnen minder ernstig zijn als de behandeling snel start.”

Binnenlandredactie
12 May 2009 11:17Gewijzigd op 14 November 2020 07:54
DEN HAAG – De Nederlandse Hartstichting hoopt dat de Europese Dag van de Beroerte ertoe bijdraagt dat meer omstanders na het herkennen van een beroerte in actie komen. „De gevolgen kunnen minder ernstig zijn als de behandeling snel start.” Foto ANP
DEN HAAG – De Nederlandse Hartstichting hoopt dat de Europese Dag van de Beroerte ertoe bijdraagt dat meer omstanders na het herkennen van een beroerte in actie komen. „De gevolgen kunnen minder ernstig zijn als de behandeling snel start.” Foto ANP

Dat onduidelijke spraak kan duiden op een beroerte weet inmiddels 58 procent van de Nederlanders. Een scheve mondhoek herkent 61 procent als signaal, voor een verlamde arm is dat 65 procent. „Vergeleken met 2004 liggen de drie percentages een stuk hoger”, aldus woordvoerster Annet van Leijden van de Nederlandse Hartstichting. „Onze publiekscampagne, bedoeld om informatie te geven over de verschijnselen die bij een beroerte horen, heeft blijkbaar gewerkt.”Helemaal gerustgesteld is de Hartstichting overigens nog niet. Op de enquêtevraag: ”Zou u 1-1-2 bellen als u ziet dat degene tegenover u opeens zijn kopje thee niet meer kan pakken?” antwoordde vorig jaar slechts 35 procent van de ondervraagden ”ja”. Van Leijden: „We kunnen het verschil niet helemaal interpreteren. Wel staat ook voor Nederland vast dat de tijd tussen de beroerte en de start van de behandeling door onmiddellijk 1-1-2 te bellen nog kan worden bekort. Nu komt het voor dat omstanders, ook wanneer ze een beroerte herkennen, toch niet bellen, of eerst de huisarts inschakelen. Dat betekent tijdverlies. Een beroerte goed behandelen kan alleen in een ziekenhuis.”

In Nederland is al enkele jaren sprake van een gestage daling van het aantal sterfgevallen na een beroerte, van 12.275 in 2000 naar 9518 in 2007. Rond de acute zorg voor patiënten met een beroerte doet Nederland het goed, aldus Van der Leijden. „Een verbeterpunt is de zorg voor patiënten met een TIA (klein herseninfarct). Vooral de eerste dagen na een TIA is het risico op een herseninfarct hoog. Een snel bezoek aan een polikliniek is dus van levensbelang. Toch is na een week slechts de helft van alle patiënten met een TIA daar verschenen, zo bleek in 2006. Het verbeteren van deze secundaire preventie is voor de Hartstichting een aandachtspunt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer