Ervaring cruciaal in verkiezingsdebat
Ervaren politici hebben niet alleen meer dossierkennis dan de nieuwelingen op de kieslijsten, ze kunnen ook veel beter discussiëren. Dat valt te concluderen op grond van een breed verkiezingsdebat dat donderdagavond in Brussel overtuigend werd gewonnen door een oude rot in de politiek, PvdA-kamerlid De Vries.
Voor zo’n 500 Nederlanders, van wie het merendeel bij de Europese instellingen in Brussel werkt, kruiste De Vries in een afvalrace de degens met twee collega-kamerleden en drie aspiranten. In korte en snelle een-tegen-eendebatjes wonnen de kamerleden. In de finale zette De Vries -sinds de jaren ’70 actief in de landelijke politiek- eenvoudig het vorig voorjaar aangetreden GroenLinks-kamerlid Azough opzij.
In het eerste ’wedstrijdje’ -over globalisering- heeft De Vries weinig moeite met SP-kandidaat Roovers. Die zegt voor sociale globalisering te zijn, maar tegen de neoliberale globalisering, waaraan volgens hem ook de PvdA zich heeft uitgeleverd. „Laat u nu eens weten wat u vindt van die miljarden die dagelijks over de wereld flitsen en hele economieën kapotmaken”, daagt hij uit. Maar De Vries reageert zo gevat dat de zaal hem als winnaar aanwijst.
CDA-kamerlid Eurlings neemt het in zijn eerste ’partijtje’ op tegen zijn GroenLinks-collega Azough over het Europese landbouwbeleid. „U hebt alleen maar mooie woorden, maar geen toekomst voor de boeren, u kort ze alleen maar.” Hoewel de zaal vol diplomaten het daar inhoudelijk mee eens lijkt, wint toch Azough. Haar openingsstatement -de debaters mogen eerst anderhalve minuut ononderbroken van wal steken- klinkt als een klok en eindigt net binnen de tijd met een vurig pleidooi voor „een eerlijker en groenere landbouw. Punt.”
In het ”debat der aspiranten” legt VVD-kandidaat Van Schijndel het af tegen Roovers van de SP. Laatstgenoemde is duidelijk over het Europese veiligheids- en defensiebeleid: „De EU heeft geen defensiebeleid, en dat moet zo blijven. Militair geweld leidt zelden tot oplossingen.” Van Schijndel scoort nog wel door zich af te zetten tegen het „verderfelijke voedingsbodemdenken” van de SP over terrorisme, maar blijkt nauwelijks opgewassen tegen het verwijt dat de VVD een „oorlogspartij” zou zijn.
Interessant wordt het pas echt als CDA-kamerlid Eurlings in het strijdperk treedt met D66-kandidate Van der Laan over de uitbreiding van de EU met tien nieuwe lidstaten. Van der Laan verwijt het CDA „koehandel met EU-principes” omdat het kabinet-Balkenende zich afgelopen najaar niet onomwonden achter het uitbreidingsplan schaarde. Maar Eurlings speelt de bal keihard terug: „Het is onbegrijpelijk dat u de toekomst van de EU wilt binden aan de uitslag van een lukraak referendum.” „Dat heet democratie”, probeert Van der Laan nog, maar Eurlings komt er genadeloos overheen met: „Democratie betekent dat je ergens voor staat.”
De Vries (PvdA) heeft in zijn tweede partij geen moeite met VVD’er Van Schijndel, al is het verkeer een typisch VVD-item. Het kwartje van Kok teruggeven aan de automobilist? „Belofte maakt schuld”, vindt Van Schijndel. „Gelukkig zag jullie lijsttrekker Zalm dat als minister van Financiën anders en is hij op dat kwartje blijven zitten”, pareert De Vries. „De burger wordt er veel gelukkiger van als we het geld investeren in het terugdringen van de files en groen.”
De confrontatie tussen Van der Laan (D66), nu europarlementariër, en kamerlid Azough (GroenLinks) wordt nipt gewonnen door de laatste. Via de NS werpt ze zich gepassioneerd op als tegenstandster van de liberalisering van allerlei openbare winsten. Van der Laan erkent dat de NS „een ramp” is, maar vraagt aandacht voor sectoren waar de prijzen sterk gedaald zijn ten gevolge van verzelfstandiging en concurrentie: de telecom en de energie. De zaal verkiest echter met nipte meerderheid de passie van Azough boven het pragmatisme van Van der Laan.
En dan het mooiste debat van de avond: de eerste kruisfinale tussen De Vries en Eurlings over het onderwijs. De PvdA’er wijt de „reuzenproblemen” aan de bezuinigingen die CDA en VVD doorvoerden in de jaren ’80 en stelt dat het huidige kabinet niets heeft gedaan voor de kwaliteit van het onderwijs. Maar Eurlings wijst naar een portret van Balkenende en roept: „Hij zou toch echt Harry Potter zijn als hij in 87 dagen kon herstellen wat u met paars in acht jaar hebt verpest.” Uiteindelijk wint De Vries echter met een gemeen puntje van de CDA’er met zijn Limburgse tongval: „Het CDA komt van ver? Ik kom nog van verder uit Limburg dan u, kunt u zien wat onderwijs vermag.”
De kruisfinale tussen Azough (GL) en Roovers (SP) is de minste van de avond, omdat beide partijen niet de confrontatie zoeken over het thema criminaliteitsbestrijding. Beiden pleiten voor meer preventie en geven af op de paarse prestaties. Azough wint nipt omdat zij ten minste nog één keer kritiek levert op de SP: ze vindt het onverantwoord dat Marijnissen onlangs twijfelde en zich niet ronduit verzette tegen een nationale DNA-databank. Volgens Roovers is de SP-voorman echter verkeerd begrepen.
De slotronde over immigratie, tussen de finalisten Azough en De Vries, is voor de laatste. Hij beslist het eigenlijk al met zijn eerste zin, een stelling. „Immigranten, als u wilt slagen in de Nederlandse samenleving, wees dan als mevrouw Azough.” Nee, nee, nee, protesteert die, „we moeten een pluriforme samenleving blijven.” De zaal maakt haar keus en gaat tevreden naar de borrel.
Ook de organisatie is tevreden: „We hebben hier zelden zo’n levendig debat gezien.” Waar waren we ook alweer? Het Europees Parlement!