Tramlijn bracht Flakkee welvaart
De smalle kleiwegen, ’s winters vaak onbegaanbaar, maakten vervoer op Goeree-Overflakkee een eeuw geleden tot een dagelijks terugkerend probleem. Dankzij de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM) werd het eiland grotendeels ontsloten. Honderd jaar geleden, op 30 april 1909, reed de eerste tram.
Voor de vele agrariërs op het Zuid-Hollandse eiland vormde de slechte staat van de wegen een serieus probleem. Zij konden hun producten nauwelijks afvoeren. Ook scholen ondervonden er hinder van. Die sloten ’s winters vaak noodgedwongen hun deuren.De RTM, die al vanaf 1878 actief was in Rotterdam en omgeving, besloot haar tramwegnet uit te breiden naar Goeree-Overflakkee. Voor de bewoners betekende dat een enorme sprong voorwaarts, zegt A. A. Baars van de Ouddorpse Stichting v/h Rotterdamsche Tramweg Maatschappij. Het nieuwe spoor liep vanaf Middelharnis-Haven naar Ouddorp en Ooltgensplaat, en bestreek zo het hele eiland. De tramlijn sloot aan op de bootdiensten vanuit Middelharnis naar Hellevoetsluis en Rotterdam.
Bij de oplevering op 30 april 1909 was de belangstelling zo groot dat de RTM goederenwagons moest inzetten om alle passagiers te kunnen vervoeren.
Vanaf dat moment nam vooral het goederenvervoer op het eiland een hoge vlucht, vertelt Baars. „Belangrijke streekproducten zoals aardappels en uien werden vanuit de trams overgeslagen in de haven van Middelharnis en rechtstreeks naar Rotterdam of zelfs over zee naar Engeland verscheept.”
Ook na de crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog floreerde de spoorverbinding. Toch moest in 1956 de tramlijn op Goeree-Overflakkee worden opgeheven, zegt Baars. „Nadat op de Dordtse Straatweg in Rotterdam een tram door de rails zakte, volgden overal inspecties. Ook wethouder L. Visser van Goedereede besloot de tramlijn te controleren. Hij trok de bouten zo uit de bielzen.”
Het leidde er uiteindelijk toe dat de lijn op Goeree-Overflakkee in november 1956 buiten gebruik werd gesteld. Tien jaar later, in 1966, reed de laatste tram en transformeerde de RTM in een busmaatschappij.
Met de laatste rit ging de rijke historie van de RTM niet verloren, zegt Baars. „In 1965 kocht de toenmalige Tramweg Stichting al het overgebleven materieel op. In Hellevoetsluis werd een museumspoortje aangelegd, waarop tot 1988 de gerestaureerde trams van de RTM hun rondjes reden.”
Een jaar later zorgde dezelfde wethouder Visser ervoor dat de stichting kon verhuizen naar een remise aan de Brouwersdam bij Ouddorp. Ook daar werd een 6 kilometer lang museumspoor aangelegd, tussen De Punt en de Kabbelaarsbank. Baars: „Jaarlijks maken zo’n 15.000 toeristen een ritje met authentiek RTM-materieel.”
Vrijwilligers onderhouden het materieel, waaronder vier stoomlocomotieven, vijf dieselloc’s en verschillende goederen- en personenwagons. Het opknappen van oorspronkelijk materieel kost soms jaren, zegt Baars. Zelf is hij al sinds 1965 bij de stichting betrokken.
De stichting wil de lijn de komende jaren doortrekken naar Ouddorp en Renesse. Daarnaast hoopt de stichting een nieuw museumgebouw te betrekken.
De RTM op Goeree-Overflakkee volgens gegevens van Google Maps.
RTM op Goeree-Overflakkee weergeven op een grotere kaart