De provincie Zuid-Holland legde Van Gansewinkel de dwangsommen van maximaal 70.000 euro op om de vergunningloze periode te overbruggen, tot de nieuwe milieuvergunning van kracht wordt. De oude was in juli 2007 verlopen en aan het eind van dat jaar was er nog geen nieuwe vergunning verleend. De afvalverwerker vindt dat het provinciebestuur in zijn geval geen dwangsom had mogen opleggen, maar de situatie had moeten gedogen totdat de nieuwe milieuvergunning is verleend.De provincie vond het te ver gaan om in afwachting van een nieuwe vergunning het bedrijf stil te leggen. Een gewone gedoogvergunning wilde de provincie echter niet verlenen, omdat een groot aantal omwonenden klaagde over geluidsoverlast.

Zuid-Holland koos voor een reeks dwangsombesluiten. Die stellen harde eisen aan de afvalverwerker; als Van Gansewinkel bijvoorbeeld echt de geluidsnormen overschrijdt, verbeurt het bedrijf 1000 euro.

De Raad van State is het met deze aanpak niet eens. Het adviesorgaan stelt vast dat het bedrijf niet op het industrieterrein ’t Heen met een strenge geluidzone ligt en dus wel degelijk aan de geluideisen in een nieuwe milieuvergunning kan voldoen. Bovendien is een gat in het dak van een loods, waar wel herrie doorheen kwam, intussen gedicht.