Dat is de mening van de commissaris van de Koningin van Zuid-Holland, Franssen. Hij debatteerde donderdagavond in Bergambacht met SGP-jongeren en agrariërs uit Gouda, Bergambacht, Berkenwoude en Vlist.Franssen liet aan het begin van de avond weten niet te spreken over een fusie van de K5-gemeenten (Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist), omdat een commissie van de Provinciale Staten daar over twee weken uitspraken over gaat doen. Volgens Franssen moeten de inwoners van de Krimpenerwaard die uitspraak afwachten. Franssen wil zich wel richten op de ruimtelijke inrichting van „de verschoonde parel” van Zuid-Holland, „verborgen achter Gouda.”

Defensief

Franssen constateert dat de meningen van inwoners van de Krimpenerwaard over de ontwikkelingen in hun leefomgeving sterk uiteenlopen. „In het gebied zijn enerzijds jonge ondernemers die uitdagingen willen aangaan en goede ideeën hebben voor de inrichting van het landschap. Die stuiten echter op de defensieve houding van de oudere garde, die alles bij het oude wil houden.”

Wat de mensen in de Krimpenerwaard zou kunnen samenbinden is ontplooiing van toeristische activiteiten en de zorg voor een goede waterhuishouding, denkt Franssen. „De bodemdaling geeft grote problemen in dit gebied. Daar moeten we als provincie en als burgers gezamenlijk aan werken.”

De ideeën van de provincie verschillen echter sterk van die van de agrariërs in de Krimpenerwaard. De Provinciale Staten willen het noorden van de Krimpenerwaard vernatten, zodat de grond er niet verder inklinkt. Boeren zijn hier niet voor, omdat ze dan grond moeten inleveren. In de vragenronde laten de aanwezige agrariërs geen onduidelijkheid bestaan over hun mening over vernatting.

Een van de reacties op het referaat van Franssen is dat het bodemdalingsrapport waar de Provinciale Staten aan refereren te zwaar is geformuleerd. „Uit een second opinion bleek dat het onderzoek waar de provincie zich op baseert sterk overtrokken is.” Franssen: „Dat onderzoek vond plaats in 2001 en sindsdien zijn beleidsplannen sterk gewijzigd.”

Zuidplaspolder

Ook de bebouwing van de Zuidplaspolder stuit op onbegrip. „Een polder die 7 meter onder NAP ligt wordt bebouwd, terwijl het noorden van de Krimpenerwaard, dat 2 meter onder NAP ligt, vernat wordt”, zo verwoordt een boer zijn verontwaardiging. Franssen repliceert: „We hebben te maken met een Ecologische Hoofdstructuur (EHS). In de EHS is vernatting van de noordkant van de Krimpenerwaard en bebouwing van de Zuidplaspolder ingecalculeerd. Daar moeten we ons aan houden.”