Opnieuw minder doden in het verkeer
In Nederland zijn vorig jaar 750 mensen omgekomen in het verkeer, 41 minder dan in 2007. Minister Eurlings toonde zich woensdag „tevreden, maar niet blij.”
De verkeersminister maakte woensdagmiddag in Den Haag de cijfers van het aantal verkeersdoden over 2008 bekend. De daling van 5 procent doet zich vooral voor bij slachtoffers onder kwetsbare verkeersdeelnemers, zoals kinderen, jongeren en jongvolwassenen.Eurlings wil het aantal dodelijke verkeersslachtoffers verder terugdringen. „De 750 verkeersslachtoffers zijn er nog altijd 750 te veel.” Toch is met dit aantal inmiddels de doelstelling voor 2010 bereikt. „We gaan echter niet op onze lauweren rusten”, aldus de minister. „We blijven alles op alles zetten om de doelstelling van 2020, maximaal 500 verkeersdoden, te realiseren.”
De bewindsman wil „verkeershufters” nog steviger aanpakken door onder andere verplichte gedragscursussen en een alcoholslot voor alcoholisten. Drugs- en alcoholgebruik zijn verantwoordelijk voor meer dan een derde van alle verkeersdoden.
Onderzoeker Jan Latten van het CBS waarschuwde woensdag voor al te veel optimisme. De vergrijzing kan een vertraging betekenen van de dalende trend. Tot 2020 komen er 700.000 ouderen bij. „Dat kan zich vertalen in een stijging van het aantal verkeersdoden in deze categorie.”
De ANWB is verheugd over de nieuwe verkeersongevallencijfers. „Dit betekent echter niet dat we achterover kunnen leunen.” Volgens de ANWB vragen vooral provinciale wegen om speciale aandacht. „Daar vallen de meeste doden.” Ook de transportorganisaties EVO, TLN en KNV zijn zeer tevreden, mede omdat het aantal dodelijke aanrijdingen met vrachtwagens met ruim 10 procent is afgenomen.
Uit de CBS-cijfers blijkt dat de dalende trend zich sinds de tweede helft van de jaren 70 doorzet. Daarvoor kwamen jaarlijks meer dan 3000 mensen om in het verkeer, het hoogste aantal ooit.
De meeste doden vallen nog altijd onder de twintigers. Het aantal in deze categorie is gedaald, maar blijft met 129 het hoogst.
Nederland in top veilig verkeer
Gerard ten Voorde
Nederland scoort hoog qua veiligheid op de weg. Ons land staat op de tweede plaats in de top drie van EU-landen met een relatief gering aantal dodelijke verkeersslachtoffers.
Elke verkeersdode is er één te veel. Achter kille cijfers van verongelukte weggebruikers gaat een wereld van pijn en verdriet schuil. Gunstige, statistische cijfers over verkeersveiligheid in Nederland kunnen niet de wonden van achtergebleven familieleden helen. Het verlies blijft schrijnen.
Het Nederlandse beeld steekt gunstig af bij andere Europese landen, zo blijkt uit de actueelste cijfers (2007) van Eurostat, het Europese bureau voor de statistiek. Alleen Malta –met een beperkt wegennet en een beperkt aantal weggebruikers– blijft Nederland (omgerekend) de baas. Het eiland telt 29 dodelijke slachtoffers per 1 miljoen inwoners.
Nederland is met 43 verkeersdoden per 1 miljoen landgenoten goed voor een tweede plaats. De situatie in Nederland is sinds de tweede helft van de jaren 70 sterk verbeterd, terwijl het aantal weggebruikers fors is gegroeid.
Het Verenigd Koninkrijk volgt op de EU-top drie met 50 dodelijke verkeersslachtoffers per 1 miljoen inwoners. De Nederlanders slagen er sinds 2004 in de Britten achter zich te laten met een geringer aantal verkeersdoden (49 tegenover 56). Vier jaar eerder namen de Engelsen nog de tweede plaats in met 61 slachtoffers (Nederland 68). In 2007 was de verhouding 50 tegenover 43.
Nog interessanter is de vergelijking van de Nederlandse cijfers met gegevens van landen in de buurt. In Duitsland lieten in totaal 60 verkeersdeelnemers per 1 miljoen inwoners het leven, in Luxemburg 90 en in België maar liefst 101. Daarmee ligt het aantal omgekomen Belgen op de weg twee keer zo hoog als in Nederland, het aantal Fransen is bijna twee keer zo hoog.
De grote inspanningen van Rijk, provincies en gemeenten om het verkeer in goede –en veilige– banen te leiden, blijken wel degelijk vruchten af te werpen.
Scandinavië staat onder de top op de lijst van meest verkeersveilige landen, Spanje, Portugal en Italië volgen daarna.
Ronduit ernstig is het beeld in Oost-Europa. Litouwen staat op een weinig begerenswaardige allerlaatste plaats met 218 dodelijke slachtoffers per 1 miljoen inwoners. Ook Letland (184), Polen en Estland (elk 146) hebben nog een wereld te winnen.
Het soms belabberde wegennet, de slechte voorzieningen en een onverantwoord rijgedrag zijn debet aan deze alarmerende cijfers. Voor de EU ligt hier nog een schone taak. Voor de weggebruiker is in Oost-Europa oppassen geblazen.