„Bij nasleep ongeluk komt veel kijken”
In een hevige sneeuwbui botste hij ooit met zijn brommer op een stilstaande zandwagen. „Mijn neus was op twee plaatsen gebroken en ik had een hersenschudding. Ik ben er gelukkig goed van afgekomen.” Dat geldt niet voor iedereen. Elke dag vallen er twee doden in het verkeer.
Peter Elsenaar uit Gorinchem is sinds vijf jaar voorzitter van de Vereniging Verkeersslachtoffers (VVS). Hij reageert verheugd op de cijfers die minister Eurlings woensdag bekendmaakte in Den Haag: het aantal verkeersdoden daalde van 791 in 2007 naar 750 in 2008. „De daling is stimulerend, maar het zijn nog altijd 750 mensen die ’s ochtends de deur uitgaan en ’s avonds niet meer thuiskomen. Twee per dag. Veel mensen staan daar niet bij stil.”De Vereniging Verkeersslachtoffers met 400 leden zet zich in voor slachtoffers van verkeersongelukken en hun nabestaanden. Onder andere door onderzoek en voorlichting. „De impact van een ernstig ongeluk op de familieleden is ontzettend groot. Mensen kunnen bijvoorbeeld gehandicapt raken of lopen een trauma op.”
De voorzitter is al langer nauw betrokken bij verkeersveiligheid. Zo werkte hij veertig jaar bij Verkeer en Waterstaat, onder meer als directeur van de Adviesdienst van Rijkswaterstaat en als directeur Verkeersveiligheid op het ministerie. In Zuid-Holland zette hij als Statenlid de verkeersveiligheid op de agenda. Die ervaring komt hem nu goed van pas.
De Vereniging Verkeersslachtoffers biedt praktische hulp. Elsenaar geeft een voorbeeld. „Een kennis werd bij het oversteken van de weg aangereden door een bus. Getuigen zeiden dat ze het slachtoffer zagen telefoneren. De man ontkende het en raakte van slag. Hoe kon hij zijn onschuld bewijzen? Eigenlijk heel gemakkelijk. Door een uitdraai van telefoongesprekken op te vragen bij de provider. Dan weet je op de seconde nauwkeurig wanneer iemand gebeld heeft. Het zijn vaak zulke simpele dingen die mensen niet weten.”
Voor slachtoffers heeft een ongeluk meer dan eens een lange nasleep. Vaak begint een langdurig proces van bijvoorbeeld revalideren of het voeren van rechtszaken. „Het slachtoffer kampt regelmatig met de schuldvraag. Uit onderzoek blijkt dat mensen die hiermee zitten minder snel genezen. Als slachtoffers op een goede manier naar antwoorden zoeken, kunnen zij ook sneller beter worden.”
De vereniging probeert alle stappen in kaart te brengen die bij de nasleep van een ongeluk komen kijken. Als die eenmaal op een rij zijn gezet, kunnen ze ingekort of verbeterd worden. „Op lezingen houd ik het publiek wel eens de stelling voor: „Als je een goed slachtoffer wilt zijn, moet je ervoor gestudeerd hebben.” Er is deskundigheid nodig om alle papier- en regelwerk te begrijpen. Mensen zijn niet ingesteld op de nasleep van een ongeluk. De VVS probeert daarom slachtoffers inzicht te geven in dat proces.”
Het juridisch gevecht na een ernstig ongeluk is vaak ingewikkeld. Elsenaar kent voorbeelden van slachtoffers en verzekeraars die met elkaar in de clinch liggen over de schuldvraag van een ongeluk. Zaken hierover duren soms wel twintig jaar „met alles erop en eraan. Dat is verschrikkelijk voor de familie.” De laatste vijf jaar werkt de VVS aan plannen om dit leed in te perken.
Een aantal verenigingsleden heeft zelf een ernstig ongeluk meegemaakt. Ze zijn ernstig gehandicapt geraakt en zitten vaak met een groot trauma. „Er zijn echter ook leden die iemand hebben verloren. Ik denk bijvoorbeeld aan een vader van wie de zoon is doodgereden door een alcoholist die al twee keer eerder was betrapt. Veel mensen willen zoiets voorkomen.”