Binnenland

Wolfsen betuigt spijt

„Ik had dit niet moeten doen.” Burgemeester mr. A. Wolfsen van Utrecht heeft donderdagmiddag zijn excuses aangeboden voor zijn poging om plaatsing van een artikel in een plaatselijk blad te voorkomen. De meerderheid van de gemeenteraad nam daar genoegen mee en wees een raadsonderzoek af.

Van onze verslaggever
16 April 2009 20:30Gewijzigd op 14 November 2020 07:44
UTRECHT – „Ik had dit niet moeten doen.” Burgemeester mr. A. Wolfsen van Utrecht heeft donderdagmiddag zijn excuses aangeboden voor zijn poging om plaatsing van een artikel in een plaatselijk blad te voorkomen. De meerderheid van de gemeenteraad nam daar
UTRECHT – „Ik had dit niet moeten doen.” Burgemeester mr. A. Wolfsen van Utrecht heeft donderdagmiddag zijn excuses aangeboden voor zijn poging om plaatsing van een artikel in een plaatselijk blad te voorkomen. De meerderheid van de gemeenteraad nam daar

De raad van de Domstad riep de eerste burger donderdag ter verantwoording voor zijn ingrijpen bij huis-aan-huiskrant Ons Utrecht. Hij vroeg plaatsing van een artikel over zijn woonkostenvergoeding een week uit te stellen en eerst onderzoek te plegen. Toen de journalist en de hoofdredacteur daar niet op ingingen, belde Wolfsen de uitgever. Die besloot de ruim 120.000 gedrukte exemplaren van het blad te vernietigen en een nieuwe editie zonder het gewraakte artikel te drukken.In het artikel stelde staatsrechtgeleerde Tak dat Wolfsen onterecht gebruik heeft gemaakt van de zogenoemde pensionregeling, een kostenvergoeding voor burgemeesters die nog niet beschikken over woonruimte in hun stad. Wolfsen, die op 2 januari vorig jaar aantrad als burgemeester, verbleef de eerste weken in een pension. Daarvoor ontving hij een vergoeding. Volgens Tak had hij daar echter geen recht meer vanaf het moment dat hij half januari een gemeubileerd appartement huurde.

Wolfsen stelt zich aan de regels gehouden te hebben die door het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn vastgesteld en die ook door de commissaris der Koningin zijn goedgekeurd. Het Algemeen Dagblad constateerde na onderzoek dat Wolfsen conform de regeling gehandeld heeft en besloot van publicatie van een artikel af te zien.

In het artikel voor huis-aan-huisblad Ons Utrecht stelde prof. Tak echter dat Wolfsen geen vergoeding had mogen ontvangen in de vijf of zes weken dat hij het tijdelijke appartement huurde. Sinds eind februari vorig jaar beschikt de burgemeester over een grotere woning.

Wolfsen vond dat het artikel zijn integriteit aantastte en stelde dat de huisvestingsverordening is toegepast zoals dat in alle gemeenten gebeurt, conform de richtlijnen van het ministerie. Ons Utrecht bleek niet van het AD-onderzoek af te weten. Na intern beraad besloot de hoofdredactie het artikel echter toch te plaatsen. Wel willigde de krant het verzoek van de burgemeester in om een alinea over het beleid van het ministerie toe te voegen. Nadat Wolfsen de uitgever van de krant benaderde, werd het artikel alsnog tegengehouden.

Geen enkele fractie keurde die handelwijze goed tijdens het interpellatiedebat dat de oppositiepartijen D66, GroenLinks, Leefbaar Utrecht, SP en Groep Mossel hadden aangevraagd. De vijf fracties bevroegen de eerste burger tot in detail over zijn contacten met het AD en Ons Utrecht. Volgens hen is de persvrijheid in het geding en heeft de handelwijze van de burgemeester het imago van Utrecht ernstig geschaad. „Was het alleen maar dom, maar dit is geen foutje”, stelt V. Oldenburg (Leefbaar Utrecht). „De burgemeester heeft maar één belang: zijn eigen ego. We vragen ons af of de burgemeester na deze actie nog met gezag kan werken. Excuses zouden misschien een begin kunnen zijn van een poging om tot een oplossing te komen.”

D66-woordvoerster G. A. Oskam beklemtoonde dat de integriteit van de burgemeester met betrekking tot zijn huisvestingsvergoeding nooit in het geding is geweest. „Deskundigen moeten echter hun mening kunnen geven en journalisten moeten kunnen publiceren zonder beïnvloeding. Het artikel over prof. Tak is voor ons een non-issue en dat zou het voor de meeste Utrechters geweest zijn. Uw actie is echter slecht voor de naam van Utrecht.”

G.P. Isabella (PvdA) noemde het onbegrijpelijk dat de burgemeester de uitgever benaderde om publicatie van het hem onwelgevallige artikel tegen te houden. „Dit mag nooit meer gebeuren.”

„Het is begrijpelijk dat de burgemeester zich verweert, maar dat doe je niet op deze manier”, zei M. C. Mos (GroenLinks). „Heeft u protest aangetekend met argumenten of met dreigementen? Bellen met een uitgever is een stap te ver, zeker als een krant voor een groot deel van zijn inkomsten afhankelijk is van het gemeentebestuur.”

CDA, ChristenUnie en Burger en Gemeenschap waren het mildst in hun oordeel over de burgemeester. „Hier sprak te veel de mens Wolfsen. Had u zich niet meer als bestuurder met een dikke huid moeten opstellen?” vroeg E. Smid (CDA). „Er moet eenduidigheid komen over de huisvesting van burgemeesters. Je zou bijna terugverlangen naar de ouderwetse ambtswoning, dan heb je dit soort gedoe in ieder geval niet.”

M. H. Bikker (CU) vond de handelwijze van de burgervader „minder handig, al begrijpen we dat de burgemeester boos was.”

Drs. C. J. Verhoef (Burger en Gemeenschap) was het enige raadslid dat de kwaliteiten van de burgemeester beklemtoonde. „Hij is onberispelijk gekleed –mijn vrouw stelt hem mij tot voorbeeld– en vriendelijk. Hij wenst perfect te zijn en dat heeft hem ietwat krampachtig gemaakt. Hij wilde voorkomen dat er een smet op zijn blazoen zou komen, maar die smet zou slechts de grootte gehad hebben van de afdruk van een muggenpoot. Was dit slim? Nee, het was dom.”

Burgemeester Wolfsen nam de verantwoordelijkheid voor de commotie volledig op zich. „Waar en hoe ik ook maar de schijn heb gewekt de persvrijheid tekort te doen, spijt me dat zeer. Voor elke uitlating of handeling die dat in zich gehad kan hebben, bied ik mijn verontschuldigingen aan. De contacten met de redactie en de uitgever hadden niet moeten plaatsvinden.”

Wolfsen schetste de gang van zaken rond de richtlijnen van het ministerie en het onderzoek van het AD. „Ik heb het kleinste en goedkoopste appartement genomen en nooit reiskosten gedeclareerd. Iedere burgemeester past de verordening op deze wijze toe. Daarom vond ik dat het artikel van Ons Utrecht mijn integriteit onterecht en lichtvaardig ter discussie stelde. Ik had de redactie en de uitgever echter niet moeten benaderen, want je moet elke schijn van beïnvloeding vermijden. Ik had dit niet moeten doen en het zal ook niet meer gebeuren.”

De burgemeester wees erop dat de uitgever in een persbericht heeft gesteld het besluit zelf genomen te hebben, zonder dat de burgemeester druk uitoefende. Zijn rechtstreekse contacten met journalisten, zonder tussenkomst van een voorlichter, verklaarde Wolfsen vanuit zijn verleden als Tweede Kamerlid. „Daar was dat gebruikelijk. In mijn huidige functie moet ik voorzichtiger zijn. Misschien is zelfs een kop koffie drinken met een journalist al verdacht.”

De vijf fracties die het debat hadden aangevraagd, vroegen in een motie om een raadsonderzoek om een zuiver communicatiebeleid te formuleren dat de persvrijheid waarborgt. De andere fracties wezen dat verzoek af. Volgens de meerderheid van de raad kan het communicatiebeleid in het reguliere overleg tussen college en gemeenteraad aan de orde komen.

„Onze burgemeester is geen notoire schurk”, zei Verhoef (Burger en Gemeenschap). „Misschien heeft hij wat naïef gehandeld. Laten we vanavond een punt achter dit incident zetten. Er zijn veel mensen in Utrecht die deze burgemeester waarderen. Hij is een man met uitstraling, een autoriteit, benaderbaar en aaibaar. Honderden gemeenten zijn jaloers op zo’n burgemeester. En ach, onze burgemeester is ook een mens.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer