Het betrof bijna evenveel meisjes (48 procent) als jongens (52 procent). Het jongste slachtoffer was 11 jaar. Het gemiddelde bloedalcoholgehalte van de opgenomen kinderen was 1,9 promille, vergelijkbaar met de hoeveelheid van ongeveer tien standaardglazen.De meeste kinderen zaten op het vmbo (46 procent), daarna volgt havo (21 procent) en het vwo (14 procent). De schoolprestaties van de jonge comadrinkers lijken normaal. Ongeveer 80 procent woonde bij beide ouders en 20 procent bij een gescheiden ouder. De meeste kinderen waren van Nederlandse afkomst (84 procent).

„Comadrinken komt in de beste families voor. Wat meespeelt is dat drankjes die jongeren lekker vinden niet duur en zoet zijn en gemakkelijk beschikbaar zijn", aldus de Delftse kinderarts Nico van der Lely. Hij is initiatiefnemer van de poliklinieken jeugd en alcohol voor jonge alcoholslachtoffers.

De meeste kinderen kwamen ’s nachts (57 procent) of ’s avonds (35 procent) in het ziekenhuis terecht. Veelal werd er eerst thuis of bij vrienden gedronken. Bijna de helft ging vervolgens in de tweede helft van de avond door in de kroeg of andere horecagelegenheden. Meestal gieten de jonge comadrinkers zich vol met een combinatie van zoete mixdranken en sterke drank.

Het door de kinderartsen gemeten promillage liep uiteen van 0,3 promille (twee tot drie glazen) tot 5,5 promille (tenminste dertig glazen). In 2007 bedroeg het hoogst gemeten promillage nog 4,3. Gemiddeld waren de jongeren bijna drie uur buiten bewustzijn met uitschieters tot 24 uur.

Van der Lely zegt het een raadsel te vinden dat jongeren een promillage van boven de 5 overleven. „Zelfs voor volwassenen praten we dan in de praktijk over een potentieel dodelijke dosis".