„Meisje in Ede willekeurig slachtoffer"
De 7-jarige Hannah uit Ede die dinsdagavond werd ontvoerd en gisterochtend door de politie in Den Briel werd gevonden, is een willekeurig slachtoffer.
Dat heeft een woordvoerder van de politie donderdag bekendgemaakt nadat het meisje door gespecialiseerde rechercheurs over de ontvoering was ondervraagd. Over de motieven van de daders kon hij nog niets zeggen.Hannah werd dinsdagavond met geweld in een auto meegenomen, op een steenworp afstand van haar ouderlijk huis. De politie vond haar woensdagochtend terug op een camping in Brielle in Zuid–Holland. Agenten hielden op de camping twee mannen van 28 jaar aan. De twee verdachten zijn de afgelopen tijd verhoord.
Het meisje maakt het volgens een woordvoerder van de familie naar omstandigheden goed. „Ik heb haar woensdag even gezien en ze maakte op mij een opgewekte indruk", aldus de zegsman. Hij ontmoette het meisje kort nadat zij om kwart voor acht ’s ochtends met haar ouders in het ziekenhuis in Arnhem was herenigd.
De familie is op advies van de politie elders in het land ondergebracht. De ouders van het meisje worden veelvuldig door de media benaderd, maar hebben besloten vooralsnog niemand van de pers te woord te staan. „Het gezin is bijzonder blij dat Hannah terug is. Tegelijk zijn de gevoelens dubbel. De ouders vragen zich af wat de daders heeft bewogen om zoiets met hun kind te doen."
Over de manier waarop het meisje door haar kidnappers is behandeld, laat de zegsman van de familie zich niet uit. „Duidelijk is wel dat de daders een litteken op haar geest hebben gezet. Deze gebeurtenis zal zij haar leven lang met zich meedragen." Volgens hem krijgen zowel het meisje als haar ouders professionele begeleiding.
De zegsman laat zich lovend uit over de voortvarendheid waarmee de politie de zaak heeft aangepakt. „Er is de hele nacht iemand bij het gezin geweest. Lange tijd was er slechts een dunne strohalm: het kenteken van de auto waarin Hannah was ontvoerd. We hielden er ernstig rekening mee dat ze niet zou terugkomen. Na twaalf uur hadden we nog maar een verlangen: dat we ze levend in de armen zouden sluiten."