Financiering Sabena-opvolger is rond
De drie Belgische regio’s hebben woensdagochtend een voorlopig akkoord bereikt over de financiering van luchtvaartmaatschappij DAT, waarmee het failliete Sabena een doorstart moet maken.
Het akkoord komt erop neer dat de regio’s Brussel en Wallonië na twee jaar hun investering in DAT kunnen omzetten in aandelen in luchthavenexploitant BIAC. Vlaanderen zet echter vraagtekens bij het akkoord. De twee regio’s moeten samen met Vlaanderen 18 procent van een investering van circa 300 miljoen euro bijeenbrengen. Het resterende geld komt van banken en bedrijfsleven. De overeenkomst tussen de regio’s is van groot belang. Het reddingsplan voor DAT moest vanochtend worden ondertekend om op tijd een akkoord met de handelsrechtbank van Brussel en de curatoren te krijgen.
Het akkoord over DAT heeft een voorlopig karakter. De grootste regionale investeerder, Vlaanderen, blijft een voorbehoud maken en wil nog enkele weken bedenktijd. Als de Vlaamse regionaal premier Dewael uiteindelijk besluit niet te investeren, wil de nationale regering-Verhofstadt DAT redden door een extra lening tegen soepele voorwaarden.
Het blijft echter de vraag of de Europese Commissie zo’n lening toestaat. De kapitaalinjectie komt nu hoofdzakelijk van de drie regio’s, om de schijn van staatssteun althans een beetje te vermijden. Staatssteun is in principe verboden. De Vlaamse regionale regering is niet echt te vinden voor een rechtstreekse investering van 25 miljoen euro in DAT. Volgens de eigen financiële inspectie is dat weggegooid geld. In Vlaamse ogen is DAT een doodgeboren kind.
Om meer zekerheid te krijgen, wilde Vlaanderen wel investeren in luchthavenexploitant BIAC. Die zou op zijn beurt weer kunnen investeren in DAT. Dat zag Wallonië niet zitten. De Waalse overheid meende dat Vlaanderen op slinkse wijze een deel van de nationale luchthaven wilde inpalmen. Daarop kwam er het compromis om de twee andere regio’s vanaf 2004 hun aandelen in DAT om te laten ruilen voor eigendomsrechten in BIAC.