Om beter voorbereid te zijn op dit soort uitzonderlijke situaties op het spoor kunnen machinisten van de Nederlandse Spoorwegen (NS) vanaf deze week achter de simulator kruipen waar die situaties wel kunnen worden nagebootst.Maandag opende Pieter van Vollenhoven het NS-simulatorcentrum in Amersfoort. Alle NS-machinisten gaan nog dit jaar een keer oefenen op de nieuwe apparaten. Machinisten in opleiding zullen voortaan een groot deel van hun opleiding daar doorbrengen.

De NS benadrukken dat de simulatoren er niet zijn gekomen omdat het niet veilig genoeg zou zijn op het spoor. „De veiligheid op het spoor is al enorm groot. De afgelopen vijftien jaar is geen enkele reiziger om het leven gekomen door botsingen van treinen of ontsporingen.” In die vijftien jaar maakten 5 miljard reizigers gebruik van de trein. Het inzetten van de simulatoren is meer een kwestie van „oefening baart kunst.”

Machinisten in opleiding konden tot nu toe alleen kennis­maken met de praktijk door mee te rijden op treinen. „En dan kom je natuurlijk niet alle situaties tegen die je in het echt wel tegen kunt komen”, licht een woordvoerder toe.

Een andere situatie die machinisten ook in het echt kunnen tegenkomen, wordt niet ge­oefend in de simulatoren. Elk jaar springen zo’n 180 mensen voor de trein, gemiddeld om de dag een. „Op zo’n situatie valt niet te oefenen”, zegt de woordvoerder. „Dat is emotioneel gewoon heel zwaar.” Overigens maken sommige machinisten iets dergelijks een paar keer in hun carrière mee en anderen helemaal nooit.

De NS besloten een aantal jaar geleden om simulatoren in te zetten voor het trainen van machinisten. Begin 2007 werd besloten een opleidingscentrum in Amersfoort te bouwen waar vier simulatoren staan. De inzet ervan moet de betrouwbaarheid en punctualiteit van het reizen met de trein verder vergroten. De NS heeft 7,5 miljoen euro geïnvesteerd in het nieuwe opleidingscentrum.