Het pamflet verschijnt precies één jaar na het online gaan van Wilders’ film Fitna. Het deed Boudou en Van Gelderen besluiten „eenmalig herrie te schoppen voor een goed doel: stilte". De Berber en de Jood wilden mensen eens op humoristische wijze laten nadenken over de huidige maatschappij „vol eenzijdige, ongenuanceerde en humorloos gebrachte meningen, die elk gevoel voor relativering en zelfspot ontberen".De schrijver en de uitgever sloegen de handen ineen naar aanleiding van het verschijnen van de film van Wilders. „Het hele land was in rep en roer", licht Van Gelderen toe. „Wij dachten: doe eens even normaal. Zo radicaal is Nederland helemaal niet. Bin Laden weet niet eens waar Nederland ligt".

Ze hekelen het geschreeuw van Jan en alleman, dat volgens hen vooral op sites van kranten en weblogs als Geenstijl telkens de kop opsteekt. Ze laken de uitvergroting van incidenten door de media en politici. „Om niks ontstaat er steeds een rellerig sfeertje in Nederland. Zie het debacle bij Ikea".

Het pamflet is „een medicijn tegen het chagrijn", aldus Van Gelderen. De auteurs zijn niet tegen rumoer, willen ze nog wel even benadrukken. „Het is geen pleidooi voor saaiheid", zegt Van Gelderen. „Maar de burger moet zich niet voortdurend bemoeien met de politiek. Laat iedereen zich even een tijdje gedeisd houden en gewoon zijn werk doen. De politicus maakt beleid, de filmmaker maakt films, de bakker bakt brood, de krantenmakers maken kranten en de welzijnswerker houdt zijn sjoelavondjes in de achterstandswijk".