Rouwen rond een huisaltaar
Een op de drie Nederlanders heeft inmiddels een huisaltaar voor een overleden geliefde ingericht. Met deze speciale plek in huis herdenken mensen hun dierbare. „Mensen willen zo de band met de overledene in stand houden.”
Dr. Thomas Quartier, docent rituele studies aan de Radboud Universiteit Nijmegen, ging gisteren tijdens een drukbezet symposium over veranderende rituelen rondom de dood in op het fenomeen van huisaltaren. „In de psychologie werd er lang van uitgegaan dat binnen de rouwverwerking juist het loslaten van de overledene van belang is. Tegenwoordig zien we een andere trend: door materiële objecten willen mensen de band met de overledenen juist in stand houden.”„Zien we met huisaltaren niet een vernieuwde vorm van voorouderverering?” vraagt hoogleraar antropologie van de religie dr. Eric Venbrux zich af. „De doden doen er in onze tijd weer toe. Dat begint al bij de uitvaart. We laten bloemen en brandende kaarsjes of persoonlijke objecten bij het graf achter. Ook al gaan mensen niet meer naar de kerk, op allerlei manieren laten ze zien dat ze toch nog steeds geloven in iets na de dood. Door het loslaten van duiven of het oplaten van ballonnen tijdens de uitvaart suggereren we dat er een verbinding is met een andere realiteit, ook al blijft dat misschien onuitgesproken.”
Venbrux beschrijft het verschil tussen de eerste uitvaart die hij meemaakte en een van recentere datum. „De eerste was die van mijn oma. De uitvaart stond in het teken van het zielenheil van mijn oma. Er werd vooruit-gekeken. Onlangs was ik bij de crematie van een zwager. Daarin werd vooral teruggeblikt op zijn leven. Dat laatste gebeurt in toenemende mate. Bij een gemiddelde uitvaart is het publiek gemengd: er zijn zowel kerkelijken als onkerkelijken. Daardoor krijgt vanzelf de overledene wat meer nadruk, want dan weet iedereen zich aangesproken.”
Alle sprekers zijn ervan overtuigd dat, ondanks ontkerkelijking en individualisering, de behoefte aan rituelen rond het sterven overeind blijft. Wel veranderen deze gebruiken doordat het geloof in een leven na de dood verschillende vormen aanneemt. Zo zoeken mensen meer en meer naar een symbolisch voortbestaan op deze aarde van de overledene. Volgens Quartier is dit niet zonder risico’s. „De suggestie dat de overledene nog leeft, kan het rouwproces blokkeren.”
Rol dominee
„Afscheid nemen van een overledene zonder bepaalde rituelen is moeilijk”, stelt drs. Jasper Enklaar. De schrijver van enkele boeken over uitvaartcultuur onderstreept dat de secularisatie rituelen rondom de dood doet veranderen. „De rol van een priester of dominee tijdens een uitvaart neemt af ten gunste van de uitvaartleider. Meer en meer nemen commerciële uitvaartleiders het voortouw in religieuze vieringen.”
De begrafenis of crematie van een overledene moet tegenwoordig vooral een persoonlijke invulling krijgen, stelt Enklaar. „Hoe het hoort, wordt minder belangrijk. Mensen hebben vooral behoefte aan creativiteit in het uitvaartritueel.”
Rituelen zullen niet verdwijnen, denkt ook prof. dr. Jean-Pierre Wils. De hoogleraar cultuurtheorie van de moraal aan de Radboud Universiteit Nijmegen vindt de hernieuwde aandacht voor rituelen rond de dood niet vreemd. „De scherpste bedreiging van het menselijke bestaan is de dood. De omgang daarmee is niet een kwestie van kunnen, maar van moeten. Rituelen spelen daarbij een belangrijke rol. Ze creëren een zekere vorm van herinnering aan de overledene.”Volgens dr. Carlo Leget, hoofddocent Zorgethiek aan de Universiteit van Tilburg, is er iets merkwaardigs aan de hand rond de dood. „Wij kunnen nadenken over onze dood, in tegenstelling tot dieren. Desondanks geloven wij niet dat we een keer sterven. Zowel de dood als de zon kunnen we niet recht in de ogen kijken. Ze passen niet ons kader. Daarom hebben we rituelen nodig om ons te beschermen tegen die gruwelijke onzekerheid.”