Belasten, aflossen of investeren
Je zou het haast vergeten, maar politiek gaat over meer dan poppetjes en proefballonnen. In de aanloop naar de Tweede-Kamerverkiezingen van 22 januari aandacht voor de verkiezingsprogramma’s. Aflevering 2: belastingen.
Welke partijen er na 22 januari ook gaan regeren, duidelijk is in elk geval dat zij scherpe keuzes moeten maken. De riante economische en fiscale meevallers uit de tijd van de paarse kabinetten zijn verdampt als sneeuw voor de zon. Daardoor is het niet langer mogelijk om tegelijk de staatsschuld terug te dringen, de lasten te verlichten en allerlei extra uitgaven te doen voor zorg, onderwijs en veiligheid.
In verband met de vergrijzing zijn de meeste partijen het erover eens dat de staatsschuld binnen één generatie (25 jaar) afgelost moet worden. Vooral CDA en VVD vinden het daarom een must om jaarlijks een overschot op de begroting te houden. Zij zijn dan ook bereid flink te bezuinigen. Desnoods willen ze zelfs afzien van een aantal geplande voorstellen om de lasten te verlichten.
Vooral het CDA staat pal. De partij houdt het kwartje van Kok -waarover in het huidige regeerakkoord was afgesproken dat het zou worden teruggegeven aan de burger- liever op zak. Verder laat het CDA slechts ruimte voor enkele gerichte lastenverlichtingen, vooral voor gezinnen (hogere kinderbijslag en meer opvangplaatsen) en studenten. Aan de lastendruk tornen de christen-democraten verder niet.
De VVD wil ook graag af van de staatsschuld, al verbaasde lijsttrekker Zalm vorige week vriend en vijand door te opperen dat het wellicht iets langer dan 25 jaar kan gaan duren. Reden is dat de VVD ook sterk hecht aan lastenverlichting. De liberalen zijn niet bereid hun populaire plan te laten varen: de onroerendezaakbelasting (OZB) af te schaffen. Verder willen zij het fiscaal aantrekkelijke spaarloon handhaven.
Ook PvdA en D66 willen de staatsschuld graag binnen één generatie aflossen. D66 ziet daarom geen ruimte voor lastenverlichting -ook niet voor teruggave van het kwartje van Kok- en onderkent de noodzaak om te bezuinigen. In tegenstelling tot de VVD vindt de PvdA dat het mogelijk moet zijn om in economisch moeilijke tijden tijdelijk toch een begrotingstekort te accepteren.
Volgens de sociaal-democraten zijn nieuwe investeringen in zorg en onderwijs nu belangrijker dan het bereiken van een begrotingsoverschot. Onder leiding van lijsttrekker Bos willen zij dat voor een deel financieren door de lasten van huizenbezitters enigszins te verzwaren. Mensen uit de allerhoogste inkomensgroep krijgen volgens het verkiezingsmanifest een minder grote hypotheekrenteaftrek. Overigens geldt dit alleen voor nieuwe hypotheken.
De SGP wil de hypotheekrenteaftrek nog veel verder beperken. Slechts op basis van één inkomen zouden hypotheken mogen worden verstrekt, waarbij maximaal een bedrag van 250.000 euro aftrekbaar blijft. Dat levert de partij een aanzienlijke besparing op, die extra investeringen in zorg, onderwijs en veiligheid mogelijk maakt. Verder pleit de SGP voor een forse verhoging van de accijns op alcohol en tabak.
De kleine christelijke partij is verder de enige die pleit voor algemene verlaging van de belastingtarieven. Daarvoor is wel een algehele stelselherziening nodig: belastingheffing moet veel minder dan nu het geval is een instrument zijn om bepaalde economische en maatschappelijke ontwikkelingen in een door de meerderheid gewenste richting te sturen.
De ChristenUnie blijft in het nieuwe verkiezingsprogramma vasthouden aan snelle aflossing van de staatsschuld, maar schakelt onder druk van de slechte economische vooruitzichten over naar een iets lager tempo. Dat is nodig, schrijft de partij, om belangrijke maatschappelijke doelen te realiseren. Ook hier gaat het weer om onderwijs en zorg. Lastenverlichting zit er niet in, gerichte lastenverzwaring wel: de CU wil een heffing op vliegbewegingen.
Van alle overige partijen is al geruime tijd bekend dat zij minder belang hechten aan het aflossen van de staatsschuld binnen één generatie. Vooral de LPF heeft veel investeringsmiddelen nodig, want naast extra miljoenen voor zorg en onderwijs wil die partij ook nog eens het kwartje van Kok teruggeven aan de benzinepomp en het spaarloon handhaven. Wel wil de LPF net als de VVD flink snoeien in het aantal subsidieregelingen.
GroenLinks is in de huidige financieel-economische situatie fel tegen lastenverlichting. Afschaffing van de OZB of teruggave van het kwartje van Kok noemt de partij „financiële douceurtjes voor de hoogste inkomensgroepen.” Zelf wil de partij hogere belastingen op milieuverontreinigende handelingen. Het autorijden mag duurder worden en de topinkomens wil GroenLinks best iets zwaarder belasten.
De SP gaat nog veel verder. Die partij wil een „meer nivellerend belastingstelsel.” Wie meer dan 226.000 euro verdient, moet bijna driekwart afdragen aan de overheid. Momenteel is het toptarief nog 52 procent. Verder bepleit de SP herinvoering van de vermogensbelasting en net als GroenLinks wil de partij een zwaardere ecotaks voor grootverbruikers van energie.
Leefbaar Nederland lijkt programmatisch sterk op de LPF. Deze partij wil de OZB niet afschaffen, maar wel het kwartje van Kok teruggeven. Wat Leefbaar Nederland betreft blijft het spaarloon gehandhaafd.
Maandag aflevering 3: over normen en waarden.