Binnenland

Kritiek op deelname Faber aan stille tocht

De deelname van secretaris M. Faber van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) aan de jaarlijkse stille tocht van de Appèlgroep Westerbork op tweede kerstdag, is afgelopen dagen bekritiseerd vanuit de Joodse gemeenschap.

Binnenlandredactie
27 December 2002 10:39Gewijzigd op 14 November 2020 00:01

Het Centraal Joods Overleg (CJO) vindt Faber niet de aangewezen man om bij een „primair Joodse herinneringsplaats” te spreken, door zijn „eenzijdige opvattingen” over de staat Israël.

Faber ging hier donderdag kort op in. Hij haalde de spanningen in het Midden-Oosten aan, waar „zowel de Joodse als de Palestijnse gemeenschap voortdurend in panische angst leeft. Mensen schreeuwen tegen elkaar uit angst en haat, maar er is een gebrek aan gesprek. Ook in Nederland is het moeilijk om hierover een goede discussie te voeren, zo is mij nu weer gebleken.”

Nederland is geen multiculturele samenleving meer, aldus Faber. Hij vraagt zich af hoe alle migranten zich moeten voelen in de veranderde Nederlandse samenleving, waarvan ze geen deel meer uit lijken te maken. „Ze zijn al jaren in Nederland en krijgen nu opeens te horen dat hun moskeeën broedplaatsen van terrorisme zijn.”

De IKV-secretaris wees erop dat hij niet de enige is die het afkalven van de multiculturele samenleving signaleert: „Zelfs de Koningin heeft het in haar kersttoespraak over de „schijntolerantie” in onze samenleving.”

Zo’n 250 mensen liepen donderdagmiddag mee met de voorlopig laatste stille tocht over het terrein van het voormalig Kamp Westerbork in Hooghalen. De Appèlgroep Westerbork heeft niet genoeg leden om er nog mee door te gaan. Het thema was ”Mensenrechten kennen geen grenzen”. In de stromende regen voerden vier Molukse trommelaars de stoet aan.

Voorzitter J. Visscher van de Appèlgroep Westerbork ging evenals Faber in op de situatie van migranten en asielzoekers in Nederland. Hij wees vooral op de mensen uit Noord-Irak. „Zij kunnen niet terugkeren, want Turkije en Syrië werken niet mee. Maar ze worden hier wel op straat gezet. Ik noem als voorbeeld een gezin met vijf kinderen waarvan de vrouw zwanger was. Het hele gezin werd op straat gezet. Op een verlaten schoolplein kreeg de vrouw een miskraam. Dat gebeurt in Nederland en moet worden stopgezet”, aldus Visscher.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer