„Schikking treffen is schuld bekennen”
Bedrijven of personen die in een strafzaak een zogenoemde schikking treffen met justitie bekennen daarmee in feite dat ze schuldig zijn. Voorzitter J. de Wijkerslooth van het college van procureurs-generaal vindt dat dit verband expliciet in de wet moet worden vastgelegd om onduidelijkheid over de schuldvraag te voorkomen.
De Wijkerslooth zegt dat in een interview met het Justitie Magazine van het ministerie van Justitie. Volgens hem is het „zo in de wet te regelen”, omdat het de praktijk vastlegt. „Waarom zou iemand honderden, of zelfs tienduizenden euro’s betalen, als hij niets heeft gedaan?”
De Tweede Kamer heeft zich de afgelopen jaren flink opgewonden over een aantal schikkingen die justitie heeft getroffen. Schikkingen van de bouwfraude rond de Schipholspoortunnel en met bedrijven als Versatel, chemiebedrijf Vos en met Delta Lloyd schoten de Kamer in het verkeerde keelgat.
Schikken betekent het voorkomen van rechtsvervolging en daardoor ontstaat onduidelijkheid over de schuldvraag, zo was de kritiek in het parlement. De enquêtecommissie-Vos, die de bouwfraude uitspitte, adviseerde justitie onlangs nog om zaken minder vaak met een schikking af te doen.
Volgens De Wijkerslooth kan veel worden opgehelderd als een schikking in de wet gelijk komt te staan aan schuld bekennen. Dat is volgens hem „expliciteren wat allang impliciet in de schikking besloten is.”
Begin dit jaar kondigde De Wijkerslooth aan dat het openbaar ministerie meer strafzaken gaat afdoen met een schikking, onder meer wegens de grote werkdruk bij de rechterlijke macht. Vorig jaar trof het OM in 56.000 zaken een schikking. Het overgrote deel, 45.000 stuks, betrof schikkingen onder de 1000 gulden (453 euro).
Toenmalig minister Korthals van Justitie haastte zich indertijd te zeggen dat hij verwachtte dat het aantal schikkingen van grote zaken zou afnemen. Bij grote zaken die gevoelig liggen zal het openbaar ministerie geen schikking aanbieden, tenzij het echt niet anders kan. Het gaat dan om 0,1 procent van alle gevallen, beloofde Korthals in februari.
In het interview met Justitie Magazine benadrukt De Wijkerslooth dat hij nog steeds voorstander is van hoge schikkingen. „Tien zittingsdagen in een grote milieuzaak nemen de ruimte in van vijftig tot honderd andere zaken.”