Binnenland

Radicaliseren kan in een oogwenk

Acute terreurdreiging van eigen bodem werd donderdag de pas afgesneden na een anoniem telefoontje uit Brussel. Heeft de AIVD voldoende zicht op radicaal-islamitische groepen in Nederland?

Jacob Hoekman
13 March 2009 12:00Gewijzigd op 14 November 2020 07:30
AMSTERDAM - Zeven Marokkaanse Nederlanders zijn donderdag opgepakt na de terreurdreiging in Amsterdam. Foto ANP
AMSTERDAM - Zeven Marokkaanse Nederlanders zijn donderdag opgepakt na de terreurdreiging in Amsterdam. Foto ANP

Zeven Marokkaanse Nederlanders zitten vast. Ze roepen levendige herinneringen op aan de Hofstadgroep, die enkele jaren geleden werd opgerold na zeer reële plannen voor aanslagen in Nederland.Nadien keerde de rust min of meer terug: terrorismedeskundigen en kenners van de gewelddadige variant van het islamitisch salafisme vroegen zich openlijk af of er nog wel jihadisten op vrije voeten zijn die bereid zijn een aanslag te plegen. De AIVD zou gevaarlijke cellen immers nauwlettend in het oog houden.

De actualiteit lijkt daar nu antwoord op te geven: de donderdag gearresteerde verdachten hebben alle zeven de Nederlandse nationaliteit. De arrestaties hadden plaats na een anoniem telefoontje aan de politie, met een prepaidtelefoon vanuit Brussel. Die gang van zaken roept de vraag op of de AIVD werkelijk zicht heeft op bronnen van mogelijk islamitisch geweld.

Zelfontbranders

Terrorismeonderzoekster dr. Beatrice de Graaf, verbonden aan de Universiteit Leiden, draait de vraag liever om. „Een radicaliseringsproces kan zo snel gaan dat de AIVD daar simpelweg geen zicht op kán hebben. We noemen de jongeren die snel radicaliseren zelfontbranders: via internet of bijvoorbeeld veteranen die terugkomen uit oorlogsgebieden kunnen ze in zeer korte tijd onder de invloed raken van radicale ideologieën.”

De AIVD houdt potentiële radicaliseringshaarden weliswaar in de gaten, maar „je weet natuurlijk niet wat jongeren in hun eigen woonkamer doen”, nuanceert De Graaf. „Hoe kun je dat allemaal controleren met 1500 AIVD’ers?”

Vrijwel direct na contact met de AIVD ging de politie donderdag over tot de arrestatie van de zes mannen en één vrouw. Daarvoor werd gebruikgemaakt van de nieuwe terreurwetten die Nederland, in overeenstemming met afspraken binnen EU-verband, in 2004 invoerde.

Door die nieuwe wetten is het niet langer noodzakelijk om, bij wijze van spreken, rond te sjouwen met een tikkende bom voordat iemand opgepakt kan worden.

Ook als meer dan twee mensen met een herkenbare gemeenschappelijke ideologie regelmatig samenkomen, kan dat voor de politie al reden zijn om preventief actie te ondernemen. In theorie is het zelfs mogelijk dat een salafist wordt opgepakt omdat hij in de winkel een zak kunstmest koopt.

Koningin Juliana

Vóór 2004 was het onmogelijk om iemand te veroordelen met een plan voor een aanslag. De enige uitzondering betrof een beraming van een aanslag op het staatshoofd. „In de jaren 70 zijn er geregeld Molukkers opgepakt met uitgewerkte plannen voor aanslagen, maar die moesten altijd weer vrijgelaten worden”, weet De Graaf. „Alleen een plan voor een aanslag op koningin Juliana leidde toen tot een veroordeling, maar plannen aanslagen op de premiers Van Agt voor en Den Uyl niet.”

Het snelle en professionele optreden van politie en justitie donderdag bewijst dat de nieuwe terreurwetten nut hebben, stelt VVD-Kamerlid Teeven. Hij hekelde donderdagavond politici die eerder kritiek op de wetgeving uitten omdat die te zwaar zou zijn. „Deze actie toont aan dat het noodzakelijk is om in een vroeg stadium te kunnen optreden. Terreurdreiging is er wel degelijk, dat zijn geen indianenverhalen.”

Prudent

Terrorismedeskundige De Graaf plaatst wel een kanttekening bij de arrestaties op grond van de nieuwe wetgeving: „De rechtspraak is hier tot nu toe heel prudent mee omgegaan. Wanneer is er sprake van objectieve samenspanning? Wanneer is er sprake van een terroristisch oogmerk? We hebben het natuurlijk niet over een vereniging die is ingeschreven in de Kamer van Koophandel met de toevoeging ”terroristisch oogmerk”.”

Ook bij de rechtszaak tegen de Hofstadgroep speelde die moeilijkheid: in hoger beroep zagen de rechters wel de foute ideeën van de leden, maar hadden ze hun twijfels over één gemeenschappelijke, herkenbare ideologie. De Graaf: „De naam Hofstadgroep suggereert een bepaalde eenheid, maar dat is gewoon de naam die de AIVD aan de groep gegeven heeft.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer