Bommenwerpers boven Flakkee
Zwaar ronkend vliegen de geallieerde bommenwerpers over Flakkee. Onophoudelijk trekken ze richting Duitsland, klaar om hun dodelijke lading uit te werpen. De beelden staan bij P. Noordermeer uit Oude-Tonge nog altijd op het netvlies. „Zolang ze in de lucht bleven, maakte je je niet veel zorgen.”
Ondanks de Duitse bezetting is het op Goeree-Overflakkee relatief rustig. Grote troepenconcentraties zijn er niet. Toch gaat de oorlog op het Zuid-Hollandse eiland niet ongemerkt voorbij.In de loop van 1942 intensiveren de geallieerden hun bombardementsvluchten op Duitsland. Goeree-Overflakkee komt daarbij onder de aanvliegroute naar het Ruhrgebied te liggen. Vrijwel elke nacht trekken tientallen, soms honderden toestellen van de Britse RAF over het eiland. Later mengen ook de Amerikanen zich in de strijd. Zij vliegen veelal overdag.
Het onophoudelijke geronk van de Lancasters, B-17’s en B-24’s houdt de eilanders uit hun slaap. Overdag trekken de bommenwerpers veel bekijks. Toch neemt het gewone leven z’n gang, vertelt P. Noordermeer (75) uit Oude-Tonge. „We keken er altijd naar, maar stonden er verder niet zo bij stil. Onze enige angst was dat ze naar beneden zouden komen.”
En dat gebeurde regelmatig. Volgens Stichting WO2 Goeree-Overflakkee (WO2GO), die de oorlogsjaren op het eiland documenteert, zijn zeker 47 vliegtuigen op of nabij Goeree-Overflakkee neergestort. Her en der op het eiland liggen omgekomen bemanningsleden begraven.
Noordermeer, wiens ouders een boerderij hebben nabij Oude-Tonge, is regelmatig getuige van incidenten. Als de geallieerden op 17 september 1944 de aanzet geven tot operatie Market Garden, vult het luchtruim boven Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duivenland zich met honderden vliegtuigen en zweeftoestellen. „Een indrukwekkend gezicht,” herinnert hij zich. „Maar het ging ook mis. Een van de vliegtuigen moest uitwijken, waardoor zijn sleepkabel losbrak.”
Voor de piloten van het zweeftoestel zit er niets anders op dan de glider aan de grond te zetten. „Hij landde 300 meter van de boerderij. De bemanningsleden staken de kist in brand. Via de buitendijk probeerden ze te ontkomen. Later zijn ze toch opgepakt.”
Een maand later, op 6 oktober, ziet de dan 10-jarige boerenzoon vanaf grote hoogte het staartstuk van een bommenwerper richting de boerderij dwarrelen. De brokstukken komen op nog geen 200 meter afstand neer in het akkerland.
De staart blijkt afkomstig van een Britse Halifax, hoort hij later. Twee van deze bommenwerpers zijn boven het eiland met elkaar in botsing gekomen. Beide bemanningen komen om.
Noordermeer heeft de botsing zelf niet gezien, maar het incident maakt indruk. „Bang als we waren voor explosieven, gingen we pas ’s avonds bij het staartstuk kijken. Toen begrepen we dat de staartschutter er nog in had gezeten. De Duitsers hadden hem er uitgehaald.”
Ondanks het enorme aantal bombardementsvluchten boven Flakkee plaatsen de Duitsers nauwelijks afweergeschut op het eiland. Wel treffen ze andere maatregelen tegen de geallieerde vliegtuigen. Noordermeer: „Het akkerland rondom onze boerderij lag hoog en bleef droog nadat de Duitsers de polder onder water zetten. Om te voorkomen dat vliegtuigen er een noodlanding maakten, plantten ze afgehakte boomstammen.”
Het beeld van de botsing boven Oude-Tonge is zaterdag terug te zien op doek. Dan exposeert de stichting WO2GO in het Diekhuus te Middelharnis twaalf aquarellen van op Goeree-Overflakkee neergestorte vliegtuigen. Behalve de schilderijen zijn ook authentieke vliegtuigonderdelen en beeldmateriaal te zien.
Daarnaast vertelt de Amerikaanse Adrian Caldwell vertelt over de zoektocht naar haar vader, sergeant LeRoy Leist. Diens B17 stortte op 4 februari 1944 neer, vermoedelijk voor de kust van Goeree-Overflakkee. De lichamen van Leist en vijf andere bemanningsleden zijn nooit gevonden.