Verhagen: stoppen hulp Darfur is oorlogsmisdaad
Minister Verhagen (Buitenlands Zaken) vindt het stopzetten van de humanitaire hulp aan Darfur en het uitzetten van internationale hulporganisaties uit dat land een oorlogsmisdaad op zich. De enige die daarvoor verantwoordelijk is, is volgens hem de Sudanese president Omar al-Bashir. En die wordt al gezocht door het Internationaal Strafhof (ICC) vanwege oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
De minister benadrukte donderdag tijdens een overleg in de Tweede Kamer dat de wens van het ICC om al-Bashir te willen vervolgen een belangrijke stap voorwaarts is in het internationale recht. Omdat het hof en de aanklager onafhankelijk zijn, is het volgens Verhagen niet aan de politiek om inhoudelijk een oordeel te vellen over het arrestatiebevel tegen het Sudanese staatshoofd.De minister is het dan ook niet eens met SP–Tweede Kamerlid Van Bommel. Die meent in navolging van oud-minister en voormalige VN-gezant Pronk dat men vooraf rekening had moeten houden met de praktische gevolgen van een arrestatiebevel tegen een zittend staatshoofd. „Die effecten moet je meewegen en daar mag je als politiek niet de ogen voor sluiten. Anders gaat het alleen maar om juridische en politieke zelfbevrediging", aldus Van Bommel.
Maar de Kamerleden Van Dam (PvdA) en Haverkamp (CDA) stellen daar tegenover dat een misdadig staatshoofd de internationale gemeenschap voortaan kan chanteren, als eventuele negatieve gevolgen van tevoren meegewogen worden.
Verhagen is het eens met PvdA en CDA. Hij is het ook niet eens met Pronk om eerst het lagere niveau onder al-Bashir aan te klagen. „Dat is al eens geprobeerd en wat gebeurde er toen? Al-Bashir maakte een dikke middelvinger en benoemde de betrokkene tot minister, nota bene van Mensenrechten. Hij wilde dus duidelijk maken dat hij er lak aan heeft", aldus Verhagen.
Wel moet de internationale gemeenschap zich in zijn ogen snel buigen over de implicaties van het stoppen met de humanitaire hulp, waarvan miljoenen mensen nu het slachtoffer worden. Op verzoek van Nederland is Sudan weer op de agenda gezet van de raad van Europese ministers van Buitenlandse Zaken, die volgende week in Brussel plaatsheeft.