Langs de snelweg A4 verscheen dinsdag een billboard met de tekst: ”God bestaat waarschijnlijk niet”. Daarmee lijkt de discussie tussen gelovig en niet-gelovig Nederland een nieuwe dimensie te krijgen, op 15 meter boven de snelweg.De discussie tussen gelovigen en niet-gelovigen is van alle tijden, verzekert prof. James Kennedy, hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). „Sinds de 19e eeuw keert deze in allerlei varianten terug.” Hij signaleert wel de nodige pieken en dalen.

De recent opgeleefde maatschappelijke discussie over de rol van religie heeft volgens Kennedy alles te maken met zorg van niet-gelovigen over de opkomst van de religie. „Zij kunnen er niet zomaar op vertrouwen dat de toekomst religieloos zal zijn. Daarom moet dat fenomeen volgens hen actief worden bestreden.”

In de westerse wereld hebben de aanslagen van 11 september een belangrijke aanzet gegeven tot een nieuwe weging van de levensbeschouwelijke fundamenten van de samenleving. „Wie zijn wij? Wie zijn we niet? Welke rol geven we religie?”

De billboardbenadering past in de commercialisering van de samenleving. „De moderne maatschappij denkt in marketing, je moet je boodschap uitdragen.” Deze trend krijgt hiermee op dit moment nieuwe vormen.

Billboards nodigen niet per se uit tot een diepgravende discussie, stelt Kennedy in de trein tussen Amersfoort en Amsterdam. „De boodschap op billboards heeft de neiging net zo vlak te zijn als het billboard zelf. Grof en ongeraffineerd. We moeten beducht zijn voor doorzichtige propaganda.”

Toch schrijft de hoogleraar het middel niet af. „Met een creatieve, doordachte tekst is het goed mogelijk mensen aan het denken te zetten.” De christelijke gemeente moet haar boodschap brengen, op een eigen manier, getrouw aan het Evangelie, benadrukt Kennedy. „We moeten de straat niet overlaten aan atheïsten.”

Christenen in Groot-Brittannië zien elke reclame waarin ”God” voorkomt als een goede uiting: „Het ergste wat het christendom kan overkomen, is dat het wordt doodgezwegen.”