Lola leest, de prinses luistert
Lola, heet ze, en ze heeft vrijdag samen met prinses Laurentien de tentoonstelling ”LeeS” in museum Scryption te Tilburg geopend. Het voorlezen gaat haar vlot af, al is ze nog maar zes. Het onderwijs aan kinderen die zich het lezen minder gemakkelijk eigen maken, krijgt echter ook aandacht in de expositie.
Nadat directeur Jolande Otten van Scryption en de Tilburgse burgemeester Vreeman een hele poos in de microfoon gepraat hebben, is het Lola’s beurt. Een klein meisje in een grote stoel, beentjes recht vooruit. De prinses, voorzitter van de Stichting Lezen en Schrijven, zit ernaast, op een kleine stoel. Terwijl de leerling van groep drie van basisschool De Vuurvlinder het leesboek stevig vasthoudt, duwt de prinses een microfoon onder haar neus. ”Mijn vader kan alles!” luidt de titel en Susanne Blesius is de schrijfster.Een vrolijk verhaal is het niet dat Lola ten gehore brengt. Tom heeft een moeder en een vriendin, maar geen vader. En dat hoeft ook niet, volgens moeder. Die vader is er natuurlijk wel, maar Tom heeft hem nooit gezien, want zoonlief lag nog in de wieg toen hij vertrok, zonder afscheid te nemen. Maar ook zonder papa is het wel gezellig, eigenlijk.
Lola leest het verhaal woord voor woord voor, en haar vingertje wijst bij. „Geweldig dat je zo goed leest, met zo veel mensen erbij. En zo veel flitsen”, vindt prinses Laurentien. Ze nam in 2004 het initiatief voor de Stichting Lezen en Schrijven, om de aandacht te vestigen op 1,5 miljoen Nederlanders die niet volwaardig deelnemen aan de samenleving omdat zij problemen hebben met lezen en schrijven.
Op de binnenplaats van het museum laten Lola en de andere kinderen van De Vuurvlinder samen met de prinses ballonnen op. Daarmee gaat de tentoonstelling ”LeeS” in Scryption van start.
Het Tilburgse museum voor schriftelijke communicatie, dat zijn 20-jarig bestaan viert, startte met de collectie van de Tilburgse frater Ferrerius van den Berg, die al in 1954 op de zolder van het fraterhuis aan de Gasthuisring zijn verzameling schrijfmachines, pennen, inktstellen, schrijfbenodigdheden, rekenmachines et cetera voor het publiek tentoonstelde. De omvang van de collectie werd voortdurend uitgebreid, mede door schenkingen uit het bedrijfsleven, en wordt nu beschouwd als de grootste collectie ter wereld op dit gebied.
De geestelijke behoorde tot de Congregatie van Fraters van Tilburg, die op tal van scholen in Zuid-Nederland het lees- en schrijfonderwijs verzorgden. Geen wonder dat hun werk een prominente plaats inneemt in de tentoonstelling. Toen frater Caesarius Mommers in 1958 afstudeerde met een scriptie over 27 leesmethoden, kreeg hij de opdracht er een 28e aan toe te voegen. Hij ontwikkelde de methode ”Zó leren lezen”, de methode van boom-roos-vis. Naar schatting 6 miljoen Nederlanders leerden via deze methode lezen.
”De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld”, beweert een zuil in de expositiezaal. Bejaard schoolmeubilair, leesplankjes, letterdozen, een video-interview met frater Mommers, het is er allemaal.
”Wielewoelewool, ik ga naar school”, juichen kinderen op de kaft van een boekje. Voor anderen is leren lezen lastiger. ”LeeS” laat zien welke invloed het niet kunnen lezen heeft op het leven van volwassenen. Studenten van Fontys Hogescholen in Eindhoven presenteerden gisteren tijdens de opening een door hen ontwikkeld spel over laaggeletterdheid.
De interactieve expositie, die tot en met tot 24 januari 2010 is te bezichtigen, wordt het komende jaar voortdurend aangevuld, aan de hand van allerlei onderzoek.