De ACP acht het uitblijven van meer agenten op straat „zeer waarschijnlijk.” Dat blijkt uit een verklaring die donderdag is uitgegeven na een vergadering van het bondsbestuur. De organisatie wijst onder meer op de gewijzigde plannen van het kabinet en de financiële positie van korpsen.

In het strategisch akkoord van het kabinet-Balkenende waren 6000 tot 7000 nieuwe dienders toegezegd. Maar in het latere zogenoemde ”Veiligheidsprogramma” van de regering was nog maar sprake van 4000 agenten extra, klaagt de ACP.

Van de 4000 moeten er 1600 worden afgetrokken. Duizend agenten kwamen er dit jaar al bij op basis van oudere afspraken, 600 banen verdwijnen bij de vreemdelingendiensten door overheveling van taken naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

De overige 2400 nieuwe politiemensen komen er waarschijnlijk ook niet, stelt de ACP. De vakorganisatie verwijst naar de nieuwe verdeelsleutel van het bedrag voor elk korps. Het ministerie van Binnenlandse Zaken, verantwoordelijk voor de financiering, stelt dat 72 procent van het geld voor mensen en 28 procent voor middelen mag worden uitgegeven. Tot december was nog 80 procent voor personeel bestemd, aldus de ACP.

De organisatie constateert verder dat een aantal korpsen financieel in de problemen zit. Dergelijke korpsen moeten fors bezuinigen, waardoor er geen instroom mogelijk is. Ook vervanging van vertrekkende politiemensen blijft uit.

Volgens de ACP moet de samenleving aan de overheid duidelijk maken dat veiligheid haar meer waard is dan de 32 eurocent per hoofd van de bevolking per dag die nu aan de politie wordt besteed. „Investeringen in de politie zijn noodzakelijk om de hoge ambities in de veiligheid waar te kunnen maken”, aldus de ACP.