Koningin blikt terug op Prix de Rome
Koningin Beatrix blikte dinsdag terug op twee eeuwen Prix de Rome. In de Kunsthal Rotterdam opende zij een tentoonstelling over het 200–jarig bestaan van deze oudste en meest prestigieuze kunst– en architectuurprijs van Nederland.
In het museum zijn 150 schilderijen, tekeningen, maquettes, foto’s en video’s bijeengebracht ter gelegenheid van de jubileummanifestatie van de Prix de Rome, die in 2008 precies 200 jaar bestond. De Kunsthal Rotterdam toont tot en met 1 juni kunstwerken van prijswinnaars en juryrapporten, briefwisselingen en verhalen van deelnemers.Het allereerste winnende kunstwerk uit 1808 ging dinsdag naar Beatrix. Uit handen van Jan Willem Schrofer, directeur van de Rijksacademie, onving zij een ets van Paleis Soestdijk. Jan de Greef won hiermee destijds de eerste Prix de Rome op het gebied van architectuur. De ets betreft een kopie, het origineel verblijft in een archief in Utrecht.
De kunstprijs is in 1808 ingesteld door Lodewijk Napoleon, een koninklijke voorganger van Beatrix. Lodewijk werd in 1806 koning van Holland en vond dat er een prijs moest komen om talent op het gebied van kunst en architectuur te stimuleren. Hij nam het idee over uit Frankrijk, waar Lodewijk XIV de Prix de Rome al in 1666 had ingesteld.
Minister Plasterk (Cultuur) vertelde dat „we blij mogen zijn dat de traditie van de prijs niet verdwenen is". „De Prix de Rome prikkelt jonge kunstenaars die aan het begin van hun carrière staan", aldus de bewindsman. „De prijs laat zien dat we kunstenaars en hun werk waarderen".
De onderscheiding bestond aanvankelijk uit een studiereis naar Rome. Tegenwoordig krijgt de winnaar 45.000 euro. Sinds 1870 is de organisatie in handen van de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Op het gebied van beeldende kunst wordt hij eenmaal per twee jaar uitgereikt, op het gebied van architectuur eenmaal per vier jaar.