”Vergissingsbombardement” staat er met grote letters op een monument op de begraafplaats aan de Graafseweg. Was de luchtaanval van 22 februari eigenlijk wel een vergissing, of gebeurde het met voorbedachten rade? Of lag de situatie nog anders? Die vraag beantwoordt historicus dr. J. G. M. M. Rosendaal in zijn boek ”Nijmegen ’44 - Verwoesting, verdriet, verwerking”. De conclusies worden geheimgehouden totdat minister Donner en burgemeester De Graaf zondag de eerste exemplaren van de studie overhandigd krijgen.Onderzoekster Annet Mooij stelde in 2005 dat er „niet meer aan te tornen” valt dat de aanval een vergissing was. Volgens haar moest nu vooral de omgang met en verwerking van de ramp onderzocht worden. Rosendaal heeft dat gedaan, maar gaat daarbij ook in op Mooijs conclusie. Op 3 maart is er in theater Lux in Nijmegen een debat over zijn bevindingen.

Minister Donner vervangt zondag tijdens de oecumenische herdenkingsdienst in de St.-Stevenskerk premier Balkenende, die naar een conferentie in Berlijn gaat. Na een stille tocht naar het monument De Schommel volgen om 13.27 uur -het tijdstip dat de ramp Nijmegen trof- drie minuten stilte.

Foto’s
Sinds vorige week kunnen Nijmegenaren op vier plekken in de stad zien hoe het er op die locaties uitzag voordat de stad door bommen werd geteisterd. In de Molenstraat, de Augustijnenstraat en bij het station en de Mariënburg hangen enkele weken lang grote foto’s.

Daarmee vraagt de gemeente ook aandacht voor de expositie ”Geraakt in het hart” (foto’s en getuigenverslagen, tot 1 maart te zien in de Mariënburgkapel en daarna drie weken in het stadhuis) en een stadswandeling van een uur op 28 februari en op 4 maart die het bombardement als thema heeft.