Remkes neemt het op voor Korthals
De enquêtecommissie bouwnijverheid heeft te hard over minister Korthals geoordeeld. Dat vindt vice-premier Remkes. Volgens hem staat helemaal niet vast dat zijn partijgenoot de Tweede Kamer bewust verkeerd heeft geïnformeerd.
De enquêtecommissie, ook wel de commissie-Vos genoemd, oordeelde in haar rapport dat Korthals de Tweede Kamer bewust onjuist heeft geïnformeerd. Dat zou gebeurd zijn toen Korthals nog minister van Justitie was.
Voor Korthals was dat oordeel aanleiding om op te stappen. Hij wilde niet als een „manke minister” van Defensie bungelen. Remkes vindt dat het harde verwijt aan Korthals niet wordt gedragen door het rapport.
De vice-premier zei dat vrijdag na afloop van de ministerraad, die hij leidde bij afwezigheid van premier Balkenende. De VVD-bewindsman zei „gemengde gevoelens’’ te hebben over het aftreden van Korthals. Wel heeft zijn partijgenoot volgens Remkes terecht de inschatting gemaakt dat hij als minister niet meer zou kunnen functioneren. „Anders was er een wekenlange discussie over zijn positie geweest.”
Remkes liet merken dat hij het ook gepast had gevonden als LPF-minister Nawijn was opgestapt, na de zware kritiek van vrijwel de hele Tweede Kamer op zijn denigrerende opmerkingen over het parlement. De vice-premier zei de staatsrechtelijke opvatting te delen dat bewindspersonen die hun geloofwaardigheid hebben verloren, moeten aftreden. „Ik heb beide plaatjes duidelijk op mijn netvlies”, zei hij, verwijzend naar Nawijn en Korthals.
Remkes vertelde dat het kabinet niet meer heeft gesproken over het debat tussen de Tweede Kamer en Nawijn. „Volgens mij was dat maar beter ook”, voegde hij er veelbetekenend aan toe.
Wat hem vooral dwarszit in de kwestie-Korthals, is dat de enquêtecommissie het getuigenis van oud-topambtenaar Borghouts van het ministerie van Justitie onvoldoende heeft laten meewegen in het oordeel over Korthals. De commissie is vooral afgegaan op de woorden van voorzitter De Wijkerslooth van het college van procureurs-generaal. Die zei dat hij toenmalig minister van Justitie Korthals in juli 2001 op de hoogte stelde van de schikking van de fraudezaak rond de Schipholspoortunnel. Borghouts, tegenwoordig commissaris der Koningin in Noord-Holland, was daarbij aanwezig.
Korthals maakte in een debat met de Tweede Kamer in november vorig jaar geen melding van de mededeling van De Wijkerslooth. Hij was de opmerking, zoals hij later zei, vergeten. Volgens Remkes pleit voor Korthals dat Borghouts zich die opmerking ook niet kon herinneren. Conclusie van Remkes: De commissie heeft te lichtvaardig geoordeeld dat Korthals de Kamer onjuist heeft ingelicht.
Remkes is van mening dat een gekortwiekt kabinet, dat inmiddels drie ministers mist, niet te lang kan regeren. Hij hoopt dat de kabinetsformatie na de verkiezingen van 22 januari snel zal gaan. „We kunnen ons de luxe van een lange formatie niet permitteren”, aldus Remkes. Niet alleen de personele krapte maakt een snelle formatie wenselijk, vooral ook de economische malaise. Problemen als de oplopende werkloosheid kunnen het beste worden opgelost door een regulier kabinet, beklemtoonde Remkes.