Oppotten collecten wordt ingeperkt
Slechts een op de drie organisaties voor goede doelen geeft evenveel geld uit als er binnenkomt. De rest pot het geld op. De Vereniging van Fondsenwervende Instellingen gaat daarvoor komend voorjaar grenzen vaststellen.
Uit het jaarverslag dat het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) donderdag naar buiten bracht blijkt dat 10 procent van de instellingen vorig jaar zelfs maar de helft van het opgehaalde geld uitgaf. De rest wordt vaak belegd.
Overigens blijkt uit het verslag dat de 419 Nederlandse goededoelenorganisaties in 2001 flink te lijden hebben gehad onder de malaise op de aandelenbeurzen. Zij zagen hun inkomsten uit beleggingen verschrompelen van 88 miljoen naar 5 miljoen euro. In 1998 was dat nog 133 miljoen. Waarschijnlijk zal dit jaar voor het eerst sprake zijn van verlies op de beleggingen.
Veel fondsen zagen vorig jaar al een deel van hun vermogen verdampen op de beurs. De Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten moest met haar beleggingen een verlies nemen van 8,3 miljoen euro. De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij kreeg te maken met een verlies van 5,6 miljoen euro en het Prins Bernhard Cultuurfonds incasseerde een verlies van 1,6 miljoen. Bij eerstgenoemde twee goede doelen bleef het vermogen door fondsenwerving of overheidssubsidies toch op peil.
Behalve van het inkrimpen van het belegde vermogen was ook sprake van een lichte daling van de inkomsten uit eigen fondsenwerving. Ontvingen de organisaties in 2000 nog 788 miljoen euro uit fondsenwervende activiteiten, in 2001 was dat 785 miljoen.
Het meeste geld is afkomstig van subsidies van de overheid. Daarnaast krijgen de goede doelen veel inkomsten uit giften, donaties, contributies en nalatenschappen. Bij één organisatie verliep de fondsenwerving niet goed. De Johan Cruyff Foundation wist 28.000 euro op te halen, maar maakte hieraan gerelateerde kosten van 51.000 euro.
Voor het eerst in vijf jaar overtroffen de bestedingen aan de goede doelen hun inkomsten. De totale bestedingen waren vorig jaar 5 procent hoger dan het jaar ervoor en bedroegen ruim 1,7 miljard euro. Dit was mede mogelijk door in te teren op het eigen vermogen. Daarmee dringt een aantal organisaties zelf het oppotten al terug. De Stichting Ontwikkeling Sahellanden, die oude kleding inzamelt, besteedde maar liefst 4,5 keer het ingezamelde bedrag.
Uit het verslag blijkt dat meer dan een miljoen vrijwilligers betrokken zijn bij een of meer instellingen met een CBF-keurmerk. In totaal hebben 155 instellingen dit keurmerk, ruim eenderde van het totale aantal dat aan het ”Verslag fondsenwerk 2001” heeft meegewerkt. De meest vermogende goede doelen zijn de Vereniging Natuurmonumenten (198 miljoen euro), het Leger des Heils (146 miljoen) en de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (119 miljoen).