Justitie voert jacht op uitbuiters op
Justitie gaat meer werk maken van de jacht op mensenhandelaren. Er komen elf regionale officieren van justitie die zich specialiseren in het onderwerp.
Dat schreef dagblad Trouw vrijdag. Minister Hirsch Ballin (Justitie) nam vrijdag op een conferentie over mensenhandel een rapport in ontvangst waaruit blijkt dat Nederlandse rechters de lat te hoog leggen bij veroordelingen voor arbeidsuitbuiting buiten de sekssector.Uit onderzoek van het Willem Pompe Instituut van de Universiteit Utrecht blijkt dat rechters alleen in de extreemste gevallen –zoals seksslavernij– een straf opleggen. In andere gevallen –zoals uitbuiting van illegalen– volgde geen veroordeling.
Nieuwe cijfers maken duidelijk dat er veel onderzoeken lopen naar arbeidsuitbuiting. Het OM opende vorig jaar 524 strafzaken, tegen 569 in 2007. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) van het ministerie van Sociale Zaken voerde in 2007 en 2008 veertien onderzoeken uit, tegen zeventien in 2005 en 2006. De onderzoeken zijn uitgemond in vijf processen, die nog onder de rechter zijn.
Minister Donner (Sociale Zaken) presenteerde vrijdag een informatiekaart over arbeids-uitbuiting.
De kaart komt in twaalf talen beschikbaar en gaat naar onder meer migrantenorganisaties, gemeenten en hulporganisaties. Daarin staat hoe arbeidsuitbuiting kan worden herkend.
Ook biedt de kaart informatie over de rechten van de slachtoffers.
In het gisteren verschenen advies ”De mens beschermd en de handel bestreden” schrijft de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) dat buitenlandse slachtoffers van mensenhandel een tijdelijke verblijfsvergunning moeten krijgen, ongeacht of zij meewerken aan de opsporing en vervolging van verdachten.
ACVZ geeft aan dat de meeste slachtoffers nu niet meewerken met de politie en het OM, onder meer uit angst voor represailles van de handelaren.