„Aanbesteding bouwprojecten toneelstuk”
„Ik zie ze nog voor me, in de tijd dat ik wethouder was in Den Haag: aannemers die zeiden dat ze het zo jammer vonden dat ze een bepaald project niet hadden gekregen. Maar ik weet nu dat hun teleurstelling gemaakt was. Ze wisten al wie het werk zou krijgen. Openbare aanbesteding is een rollenspel, een toneelstuk, een komedie.”
De vice-fractievoorzitter van de parlementaire enquêtecommissie bouwnijverheid, PvdA-kamerlid Duijvesteijn, is de afgelopen maanden een illusie armer geworden. „Het voeren van vooroverleg en het maken van prijsafspraken komt in de grond-, weg- en waterbouw bijna overal voor. Ik heb me daarover verbaasd, want de wet verbiedt het.
We hebben een tweetal zaken tot op het bot onderzocht en daaruit conclusies kunnen trekken. We hebben de schaduwadministratie van Bos, werknemer van Koop, uitvoerig bestudeerd en met eigen ogen gezien hoe de gunning van de werkzaamheden onderling werd verdeeld. Daar zijn honderden bedrijven bij betrokken. Het systeem is wijd en zijd bekend.”
De commissie keek ook naar de schikking rond de Schipholfraude. „Daarin hebben we minutieus onderzocht welke stap wanneer is gezet. De conclusie is dat de schikking niet snel tot stand is gekomen na een televisieuitzending hierover, zoals we eerst dachten, maar dat het openbaar ministerie reeds voor die tijd ermee bezig was. We hebben dus ook boven water gekregen dat de toenmalige minister van Justitie, Korthals, veel eerder op de hoogte was van de mogelijke schikking dan hij aan de Kamer meedeelde.”
De PvdA’er wil daaruit geen politieke conclusies trekken. Dat komt hem op dit moment als commissielid niet toe. De commissie als geheel concludeert zakelijk dat de minister de Kamer „onjuist” heeft geïnformeerd. „We hebben alles zeer nauwkeurig onderzocht. We hebben elk woord gewikt en gewogen. We hebben onze conclusies unaniem getrokken”, aldus het PvdA-kamerlid.
Tijdens de verhoren was u vaak hard tegenover de top van de bouwbedrijven. Waarom?
„De top van het bedrijfsleven hield zich in mijn ogen te vaak van de domme. Er was sprake van quasi-verbaasdheid als de schaduwboekhoudingen ter sprake kwamen. De topman van Heijmans heeft bij ons zelfs ontkend dat er sprake was van structureel vooroverleg. De feiten wijzen anders uit. Het is ondenkbaar dat de top van het bedrijfsleven niets wist van wat er op de werkvloer gebeurde. Die mensen die de schaduwboekhouding bijhielden, vertelden ons precies wat ze in opdracht van de top moesten doen.”
Sommige aannemers zeiden dat het systeem van vooroverleg en rekenvergoedingen nodig is om het werk goed te verdelen en dat de overheid er geen financieel nadeel van ondervond.
„Er is niets dat ervoor pleit om het systeem van rekenvergoedingen in stand te houden. De aannemers moeten hun acquisitiekosten in hun algemene bedrijfsvoering verwerken. Dat gebeurt ook in andere sectoren. Als het gaat om echt grote, innovatieve projecten, kan er een ontwerpvergoeding worden afgesproken, maar daarover moet dan in alle openheid worden gesproken en de opdrachtgever moet daarvoor ook geld uittrekken. In de meeste gevallen is dat echter niet nodig. Het gaat immers meestal om kleine projecten, zoals de aanleg van straten en pleinen.”
De conclusies over de vroegere ministers van Verkeer en Waterstaat Netelenbos en Jorritsma zijn ook niet verheffend, toch?
„Netelenbos heeft zich al te gemakkelijk laten inpakken door de bouwers. Zij had veel kritischer moeten reageren toen er berichten waren over rekenvergoedingen en schaduwboekhoudingen. Jorritsma had natuurlijk nooit in het vliegtuig van Koop moeten stappen.”
Duijvesteijn is blij dat corruptie van ambtenaren niet op grote schaal voorkomt. „Dat is het positieve nieuws, maar tegelijk valt dan wel extra de nadruk op de onoorbare praktijken van de bouwers.”
Wat Duivesteijn tegenviel is de traagheid waarmee het openbaar ministerie en de Nederlandse Mededingingsautoriteit te werk gaan. „Dat is schokkend. Zonder het werk van de parlementaire enquêtecommissie was dit niet naar buiten gekomen.”