Jan L. was tijdens het evenement verantwoordelijk voor de beveiliging van het vipgedeelte en de paddock waar de sportauto’s stonden. Daar waren al de hele dag schermutselingen. Bezoekers probeerden met gevonden toegangspasjes het afgesloten gedeelte te bereiken. Volgens meerdere getuigen waren zij dronken. Onder hen bevond zich ook het slachtoffer.L. en ooggetuigen stelden dat de situatie volledig escaleerde en dat het slachtoffer zich uiterst agressief gedroeg. De beveiliger greep in en gebruikte een nekgreep waardoor het slachtoffer enkele seconden het bewustzijn verloor.

Toen de man weer bijkwam, gedroeg hij zich volgens L. nog agressiever. Hij zou beveiligers hebben geschopt en geslagen en een kopstoot hebben uitgedeeld. „Op dat moment besloten we hem tegen de grond te werken. Van een nekgreep of wurggreep was toen absoluut geen sprake”, aldus de beveiliger.

Omstanders zagen dat het slachtoffer blauw aanliep. Korte tijd later bleek de man ook geen hartslag meer te hebben. Beveiligers reanimeerden hem, waarna hij in coma naar het ziekenhuis werd overgebracht. Twee dagen later overleed hij.

Volgens de rechter is het niet helemaal duidelijk waarom de man een hartstilstand kreeg. Hij zei dat het redelijk waarschijnlijk is dat de man zich dusdanig heeft opgewonden dat zijn hart het heeft begeven. Mogelijk was hij ook nog onder invloed van verdovende middelen, alhoewel daar harde bewijzen voor ontbreken.

.