Justitie is echter niet van plan meer prijs te geven dan al is gedaan. „De kwestie wordt overbelicht”, vindt officier van justitie mr. R. van Tooren. „Het gaat om minder dan tien politici.”

In een gisteren vrijgegeven rapport van het Kernteam Noord- en Oost-Nederland (KNON) wordt onthuld dat er nauwe banden bestaan tussen gemeenteraadsleden en Turkse handelaren in heroïne en cocaïne. Het KNON sluit niet uit dat bendeleden mogelijk al zitting hebben in gemeenteraden of in Provinciale Staten.

Het KNON is een landelijk opererend rechercheteam dat is belast met het bestrijden van de zware georganiseerde misdaad uit Turkije. Het rapport ”Algemene criminaliteitsbeeldanalyse Turkije 2000-2001” noemt overigens geen concrete voorbeelden. Ook de Zwolse officier van justitie Van Tooren, die nauw bij het kernteam betrokken is, doet dat niet. „Dat zou mogelijk herkenning oproepen. We hebben er goed over nagedacht wat we wel en niet kwijt willen hierover.”

Overdrijft het rapport niet een beetje op dit punt?
Van Tooren: „We hebben deze zaak zeker niet opgeblazen. Het gedeelte over de relatie tussen de Turkse misdaad en de politiek beslaat ongeveer een halve pagina in een vrij omvangrijk rapport. Met al die aandacht voor dit aspect ben ik niet onverdeeld gelukkig.”

Toch suggereert het rapport dat er sprake is van een misstand. Wat kan de maffia eigenlijk via een bepaald gemeenteraadslid regelen?
„Je kunt dan denken aan het verkrijgen van vergunningen. Ik verzin maar even wat: de Turkse misdaad wil drugsgeld witwassen en koopt een bepaald pand om daar horeca te vestigen. Het helpt als een gemeenteraadslid zich dan voor jouw zaak inspant. Te denken valt ook aan wijziging van een bestemmingsplan of het verkrijgen van subsidies. Een raadslid kan dat uiteraard niet in z’n eentje regelen, maar hij kan wel wat in gang zetten. Ik zeg niet dat dit op grote schaal gebeurt. Het aantal raadsleden dat banden heeft met de maffia, is minder dan tien. Maar er lopen heel duidelijk lijnen.”

Het rapport wekt sterk de indruk dat u een hopeloze strijd voert. De pakkans voor de bendeleden is gering omdat de bestrijding van de Turkse maffia op tal van problemen afketst.
„Het is niet zo dat de Turkse maffia ongestoord haar gang kan gaan. Er draait wel degelijk een aantal onderzoeken. Maar die zijn zeer tijdrovend. Daardoor is er geen significante afname van de misdaad door Turkse bendes. Wat dat betreft is het beeld niet erg rooskleurig.”

U bedoelt alarmerend: drugshandel, mensensmokkel, wapenhandel, buitensporig geweld, liquidaties.
„Misschien lijd ik wel een beetje aan bedrijfsblindheid. Wij maken iedere twee jaar een rapport over de Turkse misdaad en voor ons bevat het rapport niet echt veel nieuws.”

Dat is toch juist wat het meest verontrust? U dweilt eigenlijk met de kraan open.
„Ja maar als we meer tijd en energie in de bestrijding van deze vorm van criminaliteit steken, zou dat ten koste gaan van andere taken. Dat zal de samenleving toch ook niet willen.”

Het rapport wekt ook de indruk dat de hele Turkse gemeenschap zich met misdaad bezighoudt.
„Dat is het onvermijdelijke effect dat een dergelijk rapport oproept. Je kunt zeggen dat de hele heroïnehandel in ons land in Turkse handen is. Maar je kunt niet zeggen dat alle Turken in Nederland zich met heroïnehandel bezig houden. Er zijn honderdduizenden Turken in ons land. Slechts een klein deel zit in de misdaad.”