Uit onderzoek blijkt dat 50 procent van de mensen met een hartaanval niet of te laat 1-1-2 belt. Daardoor komen ze te laat in het hartcentrum, onderdeel van het Haga Ziekenhuis, en krijgen ze niet de hulp die verdere schade aan het hart kan voorkomen.„Er sterven onnodig veel mensen”, zegt interventiecardioloog M. Bax van het hartcentrum. „Probleem is dat patiënten die pijn op de borst krijgen, wat duidt op een hartinfarct, te lang wachten om 1-1-2 te bellen voor een ambulance.”

Volgens GGD-directeur T. van Dijk wachten deze patiënten ongeveer drie uur voordat ze hulp inroepen. „Ze moeten dus sneller, liefst binnen een halfuur nadat ze klachten krijgen, 1-1-2 bellen. Met een paar controlevragen kan de meldkamer dan een inschatting maken of er sprake is van een hartinfarct. Als dat zo is, komt onmiddellijk ambulancehulp op gang.”

Het blijkt dat nog altijd in 50 procent van de gevallen niet 1-1-2 wordt gebeld, maar de huisarts. „Daardoor gaat kostbare tijd verloren”, zegt cardioloog Bax.

De komende weken worden in de regio Haaglanden alle 350 abri’s, bussen en trams voorzien van een poster met de tekst ”Hartaanval? Bel 1-1-2”. Ook worden 75.000 folders met dezelfde oproep verspreid in alle huisartspraktijken, bibliotheken, apotheken en gemeentelijke instellingen.

Het Haga Ziekenhuis opende vijf jaar geleden een hartcentrum waar jaarlijks 1600 patiënten een dotteringreep ondergaan.

Sinds twee jaar zijn alle ambulances in de regio Haaglanden uitgerust met hartbewakingsapparatuur die draadloos in verbinding staat met het hartcentrum. In de ambulance kan de behandeling al worden ingezet met antistollingsmedicijnen. Daarmee wordt voorkomen dat een dichtgeslibde kransslagader niet nog verder dichtslibt.

In het hartcentrum, waar specialisten 24 uur per dag paraat staan, wordt dan meteen een dotterbehandeling uitgevoerd.