In memoriam: mr. R. A. Gonsalves (1932-2002)
In zijn woonplaats Vught is vrijdag de voormalige procureur-generaal mr. R. A. Gonsalves op 70-jarige leeftijd overleden. Dit heeft het college van procureurs-generaal vrijdagmiddag bekendgemaakt.
Gonsalves was van 1986 tot 1997 procureur-generaal in het ressort ’s-Hertogenbosch. In 1963 begon hij zijn loopbaan bij het openbaar ministerie, als officier van justitie in Roermond.
Gonsalves verwierf landelijke bekendheid als misdaadbestrijder. Hij vroeg aandacht voor de bedreiging door de georganiseerde criminaliteit en de bestrijding daarvan. Met succes ijverde hij voor een structuur van interregionale rechercheteams, een landelijk parket en een landelijk rechercheteam. Tevens hielp hij bij de totstandkoming van de internationale politieorganisatie Europol, gevestigd in Den Haag.
Na zijn rechtenstudie in Leiden vertrok Gonsalves in 1956 naar voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. In de Baliemvallei fungeerde hij als bestuursambtenaar. Zowel in 1960 als in 1994 raakte hij door zijn optreden daar in opspraak. In 1960 rapporteerde procureur-generaal Von Meyenfeldt dat Gonsalves zich schuldig had gemaakt aan doodslag op en mishandeling van enkele Papoea’s. Een onderzoek van de rijksrecherche leverde weinig op.
Tijdens een patrouille schoot Gonsalves drie krijgers neer. „Dat was een klassiek geval van noodweer. We wisten dat een van de opperhoofden eropuit was alle blanken in de vallei te doden”, zei Gonsalves in 1999 in een interview met deze krant. „Wij trokken de vallei in om die man te arresteren. Ik liep, zoals altijd, voorop, ik was de verantwoordelijke. Toen ik over een van de sloten sprong, kwamen vanachter een heg ineens drie krijgers te voorschijn. Ze staken in mijn richting met speren van vier meter. Ze stonden op anderhalve meter afstand. Ik was in doodsnood. Soms heb ik er nog nachtmerries van. Het was heel riskant. Secondenwerk. In doodsangst heb ik mijn karabijn op die drie mannen leeggeschoten.”
Gonsalves zei dat in die periode „een zeker superioriteitsgevoel” hem niet vreemd was. „Ik heb in Leiden gestudeerd en daar werd je een soort arrogantie bijgebracht. Ik kwam eens met drie politiemannen terecht in een overwinningsfeest van honderden krijgers die net een naburige stam hadden overvallen. Ik sprong daar middenin en beval iets van: Ga allemaal op je krent zitten en leg je wapens neer. Waanzin eigenlijk. Pure Leidse bluf. Maar ze deden het wel.”
In 1994 haalde de affaire in de Baliemvallei uitvoerig de media en raakte het imago van Gonsalves beschadigd. Toenmalig minister van Justitie Kosto vond echter dat Gonsalves als procureur-generaal kon aanblijven.
Gonsalves gold als de ”ijzeren pg”. In zijn beroepsopvatting stond hij als streng en rechtlijnig bekend. Hij beheerde jarenlang de landelijke portefeuille georganiseerde criminaliteit. Tijdens de parlementaire enquête opsporingsmethoden in 1995 wekte Gonsalves verbazing door te verklaren dat hij, tot het uitbreken van de beruchte IRT-affaire in 1994, het gecontroleerd doorlaten van drugs nooit met zijn collega-pg’s had besproken. Na het rapport van de enquêtecommissie-Van Traa is deze zeer omstreden opsporingsmethode in de ban gedaan.