Geld voor Atlantikwall Museum
De gemeente Den Haag heeft dit jaar een kwart miljoen euro gereserveerd voor de oprichting van een Atlantikwall Museum in Scheveningen.
Het college van burgemeester en wethouders heeft dat gisteren besloten.„Scheveningen is aanzienlijk getroffen door de Tweede Wereldoorlog”, stelt wethouder Norder (PvdA, Bouwen). „We vinden het van groot belang dat Den Haag stilstaat bij die ingrijpende periode in haar geschiedenis.” Het duingebied van Scheveningen telt 78 bunkers en heeft een ondergronds gangenstelsel met een lengte van bijna 2 kilometer.
Het geld gaat naar de Stichting Atlantikwall Museum Scheveningen, die sinds 2005 zijn best doet voor een dergelijk museum. De stichting heeft de afgelopen jaren plannen ontwikkeld om het gebied met Duitse bunkercomplexen aan de Haagse kust toegankelijk te maken voor een groter publiek. Daarbij wordt de natuur in het gebied niet aangetast.
Het museum wordt gevestigd in een deel van een bunkercomplex, de voormalige Duitse Kustbatterij ”Scheveningen Nord”, in het Oostduinpark. De stichting wil deze zomer een gedeelte van het beoogde bunkercomplex klaar hebben voor groepsbezoeken. Norder liet in april vorig jaar al weten dat de tientallen bezoekers die het afgesloten gebied jaarlijks aandoen, opgeschroefd moeten worden naar enkele duizenden.
De Atlantikwall werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers gebouwd. Het was een verzameling bunkers, geschutsopstellingen, obstakels en andere verdedigingswerken die zich langs de Atlantische kust uitstrekte van Noorwegen tot Zuid-Frankrijk.