Aanleiding voor het vertrek is een vernietigend rapport van het door staatssecretaris Bussemaker (Volksgezondheid) ingeschakelde College Sanering Zorginstellingen (CSZ). Volgens het rapport belandde Philadelphia aan de rand van de financiële afgrond door een te ambitieuze groeistrategie en een verwaarlozing van de interne organisatie door de raad van bestuur, en doordat de raad van commissarissen onvoldoende toezicht hield.Vanaf 2004 ging Philadelphia binnen de zorgsector op zoek naar nieuwe doelgroepen. Daarnaast zocht de raad van bestuur zijn heil in branchevreemde activiteiten, zoals projectontwikkeling in ouderenhuisvesting, horeca en restauratieprojecten.

Een fusie met de Evean Groep (thuiszorg) en Woonzorg Nederland moest de nieuwe koers bekronen. In plaats daarvan ging het grondig mis, doordat de raad van bestuur de interne organisatie nog meer ging verwaarlozen. „Zo daar überhaupt al aandacht voor was, werd deze opgeëist door het buitengewone groeiperspectief dat men dacht te hebben”, aldus het CSZ-rapport.

Sinds de verbreding van bedrijfsactiviteiten in 2004 daalden de jaarresultaten gestaag. Het eigen vermogen van de onderneming slonk naar 0,4 miljoen in 2008. Bancair gezien is het een feit dat de stichting op normale normen niet meer financierbaar is.

Een in 2007 aangekondigde omvangrijke reorganisatie bleek al snel een financiële molensteen en legde in combinatie met de fusieperikelen te veel druk op de organisatie. Cultuurfilosofisch is het gedrag van de raad van bestuur te duiden als „bestuurlijke obesitas”, aldus het rapport.

Woordvoerder Chr. Baggerman van de RMU noemt het aftreden van de commissarissen in een reactie volkomen terecht. „Het rapport is onthutsend. Wat mij betreft benoemt staatssecretaris Bussemaker op zeer korte termijn een gemachtigde, zodat ook Brinkman direct kan vertrekken. Het is exceptioneel dat een viertal bestuurders over de jaren 2005 tot en met 2007 onder zijn leiding een beloning heeft ontvangen van ruim 2,3 miljoen euro.”