Binnenland

Horeca moet in plaats van bier nee verkopen

Niet met een opgeheven vinger, maar met innerlijke bewogenheid jongeren waarschuwen voor cafébezoek en overmatig drankgebruik. Die taak moet de gemeente Reimerswaal samen met de kerken oppakken, vindt SGP-raadslid J. P. Sinke uit Krabbendijke. Zijn fractie verzocht enkele weken geleden het college een plan op te stellen tegen overmatig drankgebruik. „Bovendien moeten horecabazen leren nee te verkopen aan klanten die al ladderzat zijn.”

5 December 2002 10:40Gewijzigd op 13 November 2020 23:59

Het gaat om een stuk of tien cafés die de meeste jongeren trekken in Reimerswaal, een Zeeuwse gemeente met kernen als Yerseke, Krabbendijke en Kruiningen. De Krab in Krabbendijke bijvoorbeeld, of de Paardenruif in Kruiningen. Ieder weekend komt de jeugd er samen. De gereformeerde gezindte vormt daarop geen uitzondering. Het is een jarenlange traditie. „Ouders gingen er al heen en ontmoetten elkaar in uitgaansgelegenheden. En met hun kinderen is het niet anders”, zegt raadslid Sinke.

De reden dat zijn partij nu in actie komt, zijn de veranderingen van de laatste decennia. „Jongeren drinken steeds meer, het weekend begint al op donderdagavond, de invloed van ouders neemt af en jongeren gaan in steeds groteren getale uit.” Die zaken baren de SGP’er zorgen. „In onze dorpen is het min of meer gewoonte dat jongeren uitgaan. Daardoor zet niet iedereen daar snel vraagtekens bij. Maar om je heen zie je een verschuiving optreden. Vroeger was zaterdagavond de uitgaansavond. Nu begint het weekend al op donderdag. Bovendien vind ik het zorgwekkend dat er zo veel wordt gedronken. Het is gewoon aantoonbaar dat dat alcoholisme in de hand werkt.”

Dat laatste gaf voor Sinke de doorslag om met het voorstel te komen voor het invoeren van een horecaconvenant. Daarin moeten afspraken komen te staan tussen de gemeente en uitgaansgelegenheden. Volgens de SGP mag het niet langer voorkomen dat kroeglopers die al dronken zijn door op winst beluste cafébazen toch nog volgegoten worden. Daarnaast is het dringend noodzakelijk dat de gemeente vaste sluitingstijden voor de kroegen vaststelt. En voor jongeren moet er een alternatief komen voor het cafébezoek. De groep van 13 en 14 jaar komt nu nog slechts sporadisch in de ’zware’ horeca, zoals discotheken en cafés. Dat moet vooral zo blijven, meent het raadslid. „We moeten daarom tijdig maatregelen nemen.”

Het geluid dat de staatkundig gereformeerden laten horen, is niet nieuw. Maar er is een belangrijk verschil met vroeger. Meer dan voorheen krijgt zijn partij bijval en worden de problemen herkend, aldus Sinke. „Een aantal jaren geleden stonden we nog alleen toen we tegen de vrije sluitingstijden van de horeca stemden.” Hij denkt dat er nu wel over gepraat kan worden dankzij de door het kabinet gestarte discussie over normen en waarden. „Wat hier gebeurt is niet nieuw, maar het was zelden bespreekbaar. Ineens zien mensen dat we te ver zijn doorgeschoten met de gedoogcultuur.”

Burgemeester A. Verbree van Reimerswaal deelt de zorgen van de SGP. „Het kan zijn dat het komt doordat ik ouder word, maar naar mijn indruk verhardt het uitgaansleven.” Verbree signaleert niet alleen een toename in alcoholgebruik. „Ook pillen en drugs zijn populair.” Toch vraagt hij zich af of de horecanota al die problemen kan ondervangen. „Jongeren uit Reimerswaal gaan niet alleen in hun eigen gemeente uit, maar ook steeds meer daarbuiten. Eerst warmen ze zich op in hun vaste kroeg, daarna trekken ze verder. Uitgaansgelegenheden in Goes en Antwerpen zijn heel populair.”

Eigenaar F. Ots van café De Krab in Krabbendijke beaamt dat jongeren steeds vaker rondtrekken langs verschillende horecagelegenheden. In zijn kroeg komen in het weekend zeker vijftig tot zestig mensen tegelijk, maar soms is ineens de helft vertrokken. Het omgekeerde gebeurt ook. Regelmatig strompelen aan het begin van de nacht nog nieuwe gasten naar binnen, stomdronken. Voor Ots is dan de grens bereikt. „Die klant krijgt niets. Wij proberen grenzen te bewaken.”

Met die opstelling vormt de ondernemer een uitzondering. In andere cafés zijn de uitbaters minder streng. Ots: „Wij proberen uiteraard zoveel mogelijk te verkopen, maar niet over de rug van onze klanten.” Bovendien sluit hij zaterdagavond rond middernacht. Dat heeft te maken met zijn levensovertuiging. „Ik ben gereformeerd. Zondagochtend wil ik ook nog naar de kerk kunnen.” Op vrijdagavond haalt Ots overigens wel regelmatig halfvijf in de ochtend. „Als de gasten dat willen blijf ik open. Uiteindelijk moeten zij het naar hun zin hebben.”

Een deel van de bezoekers van De Krab is volgens Ots afkomstig uit de gereformeerde gezindte. „Maar daar vraag ik natuurlijk niet naar als ze binnenkomen.” Voor hem heeft dat overigens geen invloed op de manier waarop hij ze behandelt. De enige uitzondering op die regel vormt de groep leerlingen van reformatorische scholen. Een deel daarvan komt na de lessen regelrecht naar De Krab. „De meesten zijn nog geen 16. Die krijgen dan ook geen druppel alcohol”, zegt Ots. „De overheid heeft die leeftijd als grens gesteld. In de praktijk levert dat wel eens discussies op, maar nooit problemen. Ik kan het altijd uitleggen.”

Ds. A. A. W. Boon, hervormd predikant te Krabbendijke, was maandag voor het eerst aanwezig bij een gesprek tussen de burgemeester en de plaatselijke predikanten. Hoewel het met name ging over het verloop van de jaarwisseling, kwam ook het alcoholgebruik ter sprake. „Het is heel verblijdend om dan te merken we onze zorg kunnen delen met de politiek.” Boon denkt dat het versterkend werkt als burgerlijke en kerkelijke overheden samen optrekken. „Maar hoeveel overleg er ook is: de basis ligt in het gezin.” Wat dat betreft is hij niet helemaal gerust. „Ik merk vaak dat er thuis al stevig wordt gedronken. Dan is de stap naar het café nog maar klein.”

Ook de SGP vindt nauw contact met kerken belangrijk. Sinke: „Voor predikanten uit onze achterban is het goed als ze eens helder krijgen wat er aan de hand is. De burgemeester ziet als hoofd van de politie ook de dagrapporten. En dan blijkt dat ook kerkelijke jeugd bij opstootjes betrokken is.” Daarnaast hoopt Sinke op een omslag bij de jongeren zelf. „Als het Woord beslag legt, kan er veel veranderen. Daar moeten we het voor alles dan ook van verwachten.”

Ds. Boon hoopt dat de kerken er daarnaast in slagen een alternatief te bieden voor het cafébezoek. Vanuit zijn vroegere woonplaats Schoonhoven kent hij het open jeugdwerk, dat op zaterdagavond verantwoorde tijdsbesteding aanbood. „Dat werkte uitstekend.” De predikant hoopt dat het ook in Krabbendijke mogelijk wordt iets dergelijks op te zetten. Daarnaast wijst hij op het grote aantal jongeren dat de drie jaar geleden opgestarte jeugdvereniging van zijn kerk bezoekt. „Er zit dus ook een andere kant aan het verhaal. Ik merk dat er ook veel aandacht is tijdens de zondagse prediking. Het gaat echt te ver om te spreken van een verloren generatie.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer