Kunst onderzocht op Joodse afkomst
Musea in Nederland beginnen dit jaar met een groot onderzoek naar hun kunstaankopen sinds 1933. Het onderzoek moet achterhalen welke kunstvoorwerpen ooit eigendom waren van Joodse Nederlanders.
Veel kunststukken zijn voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog geroofd of achtergelaten en in musea zijn beland.Dat liet directeur Siebe Weide van de Nederlandse Museumvereniging maandag weten tijdens de nieuwjaarsreceptie. Het onderzoek gaat vier jaar duren. Vrijwel alle 400 musea werken mee aan het onderzoek naar de herkomst van de collectie. Na afronding in 2013 publiceren de musea objecten waarover twijfel bestaat, waardoor eventuele erfgenamen zich kunnen melden.
In de jaren dertig en tijdens de oorlog bleven kunstvoorwerpen achter van Joden die op de vlucht sloegen. Ook werden Joden gedwongen objecten te koop aan te bieden of roofden de nazi’s kunst van hen. Veel objecten kwamen in de kunsthandel of op veilingen terecht, waar musea ze kochten voor hun collectie.
„Musea handelden te goeder trouw, omdat ze niet wisten waar de aankopen vandaan kwamen”, zegt Weide. Een uitgebreide speurtocht moet volgens hem duidelijkheid scheppen in deze ethische kwestie.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap deed bij de Nederlandse Museumvereniging de suggestie voor het onderzoek. Het departement zal dan ook de kosten voor zijn rekening nemen.