Binnenland

Prof. Katan: Oliebol niet ongezond

Een oliebol is niet ongezond. „Natuurlijk, er zitten niet veel vezels en vitaminen in, maar verder is er weinig mis mee. Het zit ’em vooral in de aantallen. Als je er veel van eet, gaan de calorieën tellen.”

W. van Hengel
30 December 2008 09:16Gewijzigd op 14 November 2020 06:59
Prof. dr. Martijn Katan: „Van oliebollen blijf je eten.” Foto RD, Anton Dommerholt
Prof. dr. Martijn Katan: „Van oliebollen blijf je eten.” Foto RD, Anton Dommerholt

Prof. dr. Martijn Katan, hoogleraar voedingsleer aan de Vrije Universiteit, onderschrijft daarmee de vorige week door Wageningen Universiteit geponeerde stelling dat oliebollen niet zo ongezond zijn als de naam doet vermoeden. Wageningen stelt zelfs dat een oliebol minder ongezond verzadigd vet bevat dan een bruine boterham met magere kaas.Katan: „Dat klopt. Oliebollen bak je in olie en dat heeft een hoog gehalte aan onverzadigde vetzuren. Kaas telt vooral verzadigde vetzuren. Maar de vergelijking is niet helemaal eerlijk. Van brood met kaas heb je gauw genoeg. Van oliebollen blijf je eten.”

Nederlanders verorberen op oudejaarsavond gemiddeld vijf oliebollen en drie appelflappen, zo komt naar voren uit onderzoek in opdracht van T-Mobile onder ruim duizend mensen, eerder deze maand. Ongezond? Katan: „De gemiddelde oliebollenconsumptie komt neer op evenveel calorieën als een flinke zak chips, dus dat loopt wel los.”

Oliebollen bevatten wel de kankerverwekkende stof acrylamide, maar ook daar ligt Katan niet echt wakker van. „Die stof ontstaat in alles wat gebakken wordt, dus ook in brood, koekjes, chips, frites enzovoorts. De hoeveelheid is echter zo klein dat dit voor de gezondheid geen rol speelt. Als je denkt aan een risico, tellen vooral de producten die je dagelijks eet. De schaal met oliebollen staat maar een keer per jaar op tafel.”

Er is de laatste jaren volgens Katan intensief onderzoek naar acrylamide gedaan, onder meer door collega’s van de Universiteit Maastricht. „Daaruit komt naar voren dat mensen die relatief veel van deze stof via hun voeding consumeren niet vaker kanker hebben dan degenen die dankzij een ander voedingspatroon maar weinig acrylamide binnenkrijgen. Vergeleken met het effect van bijvoorbeeld alcohol op kanker is acrylamide een non-issue.”

De voedingsmiddelenindustrie heeft er volgens Katan intussen veel aan gedaan om het gehalte aan acrylamide in haar producten naar beneden te krijgen. „Er is door een aantal producenten al een hele slag gemaakt. In de sector is veel aandacht besteed aan acrylamide. Dat heeft gewerkt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer