Binnenland

Junk op stand klust tegen kinderleed

Laat een drugsverslaafde je dure auto wassen, voor Unicef. Vrijdag deden de bewoners van Hostel Maliehof heitjes voor karweitjes aan de chique Utrechtse Maliebaan.

Niek Stam
19 December 2008 23:32Gewijzigd op 14 November 2020 06:57
UTRECHT – De Utrechtse drugsverslaafde Paul zeemt ramen bij een van de huizen aan de chique Maliebaan. Met een heitje voor een karweitje zamelt hij geld in voor Unicef. - Foto RD
UTRECHT – De Utrechtse drugsverslaafde Paul zeemt ramen bij een van de huizen aan de chique Maliebaan. Met een heitje voor een karweitje zamelt hij geld in voor Unicef. - Foto RD

De junks van Hostel Maliehof wonen op stand, vinden ze zelf. Dat is niets te veel gezegd. Advocaten, notarissen en een vioolbouwer bevolken de buurt. En in een van de grootste panden wonen de verslaafden, nu al vijf jaar, en onopvallend.Hoog tijd om dat te vieren, vond het hostel, met een heitje voor een karweitje. Verslaafden laten klussen voor geld. Niet om met de pas verdiende centen een extra dosis dope te scoren, maar helemaal vrijwillig ten bate van Unicef, het VN-fonds dat wereldwijd kinderleed tegen wil gaan.

Hoe reageert de buurt op de klusplannen? Bepaald niet iedereen staat om bijklussende verslaafden te springen. Van de honderd aangeschreven buurtgenoten reageerden slechts vijf mensen. Zoals een paar huizen verderop, waar Paul (52) druk met een ladder in de weer is. Zijn ontbrekende bovengebit en warrige haardos weerhielden de bewoonster niet om hem haar bollen te laten planten. Maar eerste moeten de ramen gezeemd, „inclusief de kozijnen”, zegt Paul, die zichtbaar van de buitenlucht geniet. „Dit moeten we vaker doen.”

Emmertje sop
Even verderop zit Henk (37) al aan de koffie. Hoort ook bij klussen, zegt huiseigenaar De Roos. „En hij heeft het verdiend, met het ramen zemen op de hoge ladder.” Henk bromt: „Vind ik heel normaal, hoor, werken. Ik woonde twaalf jaar op straat, maar altijd heb ik gewerkt. Niet iedere verslaafde zit in de hulpverlening, hoor. Ik zit pas sinds augustus in Maliehof, het is de eerste keer dat ik hulp van anderen krijg.”

Henks werkdrang blijkt niet gespeeld: al snel is hij het praten zat en beent weer naar buiten. „Mag ik nog een emmertje sop van u?”

De publieksvriendelijke actie past helemaal bij de opzet van het hostel, legt maatschappelijk werkster Annet van Riel uit. „Wij willen op een onopvallende manier een plaats in de buurt innemen.” Dat lijkt aardig te lukken. Niets, zelfs geen naambordje, wijst op de permanente aanwezigheid van dertig drugsverslaafden in het grote pand. Van Riel: „Toen ik hier solliciteerde, moest ik ook flink zoeken. Terecht, want de bewoners hebben recht op privacy.”

Maliehof is een van de zeven hostels van de Stichting Beschermde Woonvormen Utrecht (SBWU) voor verslaafden in de stad Utrecht. Deze werden vijf jaar geleden opgericht om de bijna 300 dakloze junkies op te vangen die uit winkelcentrum Hoog Catharijne werden verdreven.

Het statige pand heeft de nodige historie in de hulpverlening. Vroeger was het een kindertehuis, en daarna een afkickcentrum, vertelt Van Riel. „Een van onze bewoners heeft in elk van die instellingen al eens gezeten. Dit is zijn derde keer.”

Dertig verslaafden die dag en nacht begeleid worden. Wat kost dat de maatschappij? Minder dan wanneer de verslaafden op straat blijven, zo is becijferd, zegt manager Wim Ebbers. De Achterhoeker runt het hostel al vanaf het prille begin. „Denk eens aan alle criminaliteit die hun drugsgebruik moest financieren. Of telkens weer detentie in politiecellen. Dat kost ons allemaal veel meer dan het pand hier, met zijn zeventien betaalde krachten. Hier krijgen ze financiële begeleiding, en het allerbelangrijkste: regelmaat. Een bed en eten op tijd. En ja, daar betalen ze zelf voor.”

Enige nadeel van de permanente opvang is de zogeheten hospitalisering: bewoners die zo wennen aan het rustige leventje dat ze bijna de opvang niet meer uitkomen. „Heel sociale wezens zijn het vaak niet, zegt Van Riel. „Ook niet vreemd als je bedenkt dat sommigen twintig jaar op straat hebben moeten overleven, helemaal alleen. Uiteindelijk heb ik ook maar twee klussers zo ver kunnen krijgen.” Lachend: „Ik rekende eigenlijk op eentje, dus dat is al honderd procent winst.”

Vrijgevig
Aan het eind van de middag wordt de opbrengst geteld. De Maliebaners blijken vrijgevig, want Henk en Paul hebben met vijf klusjes toch ruim honderd euro opgehaald.

En uiteindelijk snijdt het mes aan twee kanten, meldt een opgetogen Henk wanneer hij terugkomt van zijn ramenzeemopdracht. „Ze waren tevreden met me. Ik mag iedere acht weken terugkomen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer