Schoolzaal boven de afgrond
Het zeevaartonderwijs in Rotterdam begon 175 jaar geleden in een lokaal boven de Stadsbeurs. Nu trekt het de aandacht met een van de opvallendste gebouwen van de havenstad. Aan de waterkant.
„En de zee wil met schepen geploegd zijn.” Deze dichtregel van Weremeus Buning werd in 1983 de titel van een boek over 150 jaar Gemeentelijke Zeevaartschool in Rotterdam. Die school is met maar liefst elf andere ’natte’ schooltjes via fusies in het Scheepvaart en Transport College (STC-Group) beland.Dit cursusjaar wordt aandacht besteed aan het 175-jarig bestaan van het zeevaartonderwijs in de Maasstad. Een „locaal met vuur en licht en toebehoren van tafels, banken enz.” boven de Stadsbeurs was het eerste onderkomen van de opleiding voor zeelieden.
Directeur Van Galen was de enige docent. Een deel van de stuurlui ontving ’s morgens onderwijs. Anderen gingen naar de avondopleiding, waar de lessen vaak tot na middernacht duurden. Ondanks zijn klachten over de hoge werkdruk kreeg Van Galen pas in 1855 een collega-docent naast zich.
De opbloei van de Rotterdamse haven aan het eind van de negentiende eeuw leidde tot grotere verscheidenheid in de opleiding. Ook „onbevaren jongelui” waren nu welkom. De „Beginselen der Gezondheids- en Verbandleer” werden bijgebracht en ook „telegraphie zonder draad” kwam in het lespakket.
De crisis van de jaren dertig bracht malaise in de scheepvaart; een aantal stuurlui werd omgeschoold tot piloot.
De opleiding werd voortdurend aangepast aan de eisen van de nieuwe tijd. De Maasstad kreeg ook een binnenvaartavondschool, terwijl voor havenarbeiders de Rotterdamse Havenvakschool werd opgericht.
Na de nodige fusies en splitsingen werden de mbo-opleidingen in 1990 gebundeld in het Scheepvaart en Transport College (STC), terwijl het hoger nautisch onderwijs en het hoger haven- en vervoeronderwijs in bestaande hogescholen werden geïntegreerd. STC begon met de Netherlands Maritime University Rotterdam, waar masteropleidingen worden aangeboden.
In 2005 kwam op de Lloydpier een nieuw gebouw gereed, dat uitziet over de Nieuwe Maas. Het telt veertien verdiepingen. Bovenaan is een drie etages hoge conferentiezaal tegen het gebouw ’geplakt’. Die zaal hangt daar nu boven de ’afgrond’.
Momenteel heeft de STC-Group 500 mensen in dienst. In Rotterdam beschikt de scholengroep over een simulatorenpark waar toekomstige varensgasten praktisch onderricht krijgen.
De instelling verzorgt ook contractonderwijs: cursussen, opdrachten en onderzoek voor bedrijven en overheden. De school deed onder meer onderzoek naar verbetering van de havens van Oman en Paramaribo, naar de positionering van drijvende olie-opslagstations en naar de opleiding van Indonesische zeelieden voor de Rotterdamse rederij Anthony Veder.
Personeelstekort
De STC-Group telt acht vestigingen in Nederland en zeven in Azië en Afrika, om enigszins te voldoen aan de grote vraag naar goed opgeleide zeelieden, havenmanagers en operationele vakmensen. Het blad Maritiem Nederland constateerde eerder dit jaar „een soort paniek op personeelsgebied” binnen de maritieme sector in Nederland, omdat de nautische opleidingen niet genoeg mensen afleveren. Jarenlang konden reders het personeelstekort aanvullen met gekwalificeerde mensen uit andere landen, maar ook dat is niet meer vanzelfsprekend.
„In bedrijfstakken als offshore en scheepsbouw, die enkele jaren geleden nog op grote schaal mensen ontsloegen, is het nu booming business”, zei E. Hietbrink, sinds de fusie in 1990 voorzitter van het college van bestuur van de onderwijsinstelling, eerder dit jaar. „Baggerbedrijven doen het uitstekend en zitten te springen om personeel. Eigenlijk beleven alle maritieme sectoren een hype. Wij mogen aannemen dat die groei en ontwikkeling nog een aantal jaren doorgaan. Deze maritieme opleving valt samen met een steeds krappere arbeidsmarkt aan de wal, waar de naoorlogse babyboom nu met pensioen gaat.”
Inmiddels is de economische situatie omgeslagen. Als de crisis zijn weerslag heeft op de scheepvaart, zal dat de behoefte aan personeel verminderen.