Dat blijkt uit het onderzoeksrapport naar misstanden binnen het Zeeuwse korps dat oud-commissaris van de Koningin van Utrecht Staal vrijdagmiddag in Middelburg presenteerde.Aanleiding voor het onderzoek was het opzeggen van het vertrouwen in zowel korpschef Goudswaard als korpsbeheerder K. Schouwenaar door de ondernemingsraad deze zomer.

Volgens Staal valt korpschef Goudswaard het nodige te verwijten. Er zouden diverse personeelskwesties in de organisatie hebben gespeeld. Oorzaak hiervan is de negatieve bejegening door korpschef Goudswaard. „De korpschef zat als een spin in een web. Hij speelde mensen tegen elkaar uit”, aldus Staal. „In een politieorganisatie is dat op te vatten als integriteitschending.”

Goudswaard werd in juli op non-actief gesteld na een persoonlijke screening door inlichtingendienst AIVD. Volgens de veiligheidsdienst zou de korpschef chantabel zijn vanwege buitenechtelijke affaires.

Voor een gezond korps is het volgens Staal nodig om de personele bezetting van de leiding te veranderen. Het korps moet ook van de eilandcultuur af. „Medewerkers kunnen toe zijn aan een hogere functie, maar ze willen niet van hun eiland af. Zo is er weinig roulatie. Het korps is kleinschalig. De positieve bureaucratie is hierdoor te gering.”

Staal deed op verzoek van minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken onderzoek naar het vermeend onheus bejegenen in personele kwesties, willekeurig personeelsbeleid en integriteitsschendingen. Deze zaken zijn niet strafbaar bevonden.

De onderzoekers stellen verder dat in het korps de opvatting heerst dat het ontbreekt aan goed leiderschap, voldoende open communicatie en een goed personeelsbeleid. Ook zouden al lange tijd geruchten en roddels rondgaan. Het ontstaan van deze situatie kan de korpschef volgens de onderzoekers niet verweten worden, aldus Staal. „Wel het feit dat hij deze negatieve cirkel niet heeft kunnen doorbreken.”