Grote steden schaffen term loverboy af
Drie van de vier grote steden willen af van de term loverboy. Rotterdam, Utrecht en Den Haag gaan de term op termijn niet meer gebruiken en vervangen door synoniemen die beter omschrijven dat de jongens meisjes seksueel exploiteren.
De drie steden geven hiermee gehoor aan een oproep van minister Hirsch Ballin van Justitie, die vorige maand in de Tweede Kamer meldde af te willen van de term loverboy. Volgens de bewindsman is de term misplaatst omdat hij zou suggereren iets met liefde van doen te hebben.De GGD Rotterdam-Rijnmond ontwikkelt een campagne die tienermeisjes moet afhelpen van het romantische beeld dat ze soms nog hebben bij het woord loverboy. De actie, die in september 2009 van start gaat, moet duidelijk maken dat het hier gaat om ordinaire pooiers en dat ze zo ook moeten worden genoemd.
Ook in Den Haag heerst de wens om de term loverboy uit te bannen. Volgens een woordvoerster van de GGD dekt die term heel de lading niet. „Het gaat om veel meer”, stelt een woordvoerster van de GGD. „Denk bijvoorbeeld aan mensenhandel. Het wordt ook wel eens vergeten dat jongens ook het slachtoffer kunnen zijn. Wij willen meer gebruik maken van de term jeugdprostitutie.” Als het aan de hofstad ligt, verdwijnt het begrip loverboy langzaam.
De gemeente Utrecht heeft geen plannen voor een campagne, maar vindt de term loverboy ook veel te vriendelijk. Een woordvoerder van de gemeente zegt dat de term in Utrecht bij voorkeur niet meer wordt gebruikt. „Wij gebruiken in overleggen met bijvoorbeeld hulpverlening en politie de term mensenhandel”, aldus de zegsman.
De GGD in Amsterdam komt niet met een campagne tegen de term loverboy, zo liet een woordvoerster weten. Volgens de Amsterdamse afdeling heeft loverboy al een negatieve bijklank en is een campagne daarom „niet noodzakelijk.”