„Van de Hulst schreef ook canon”
De jeugdboekenschrijver W. G. van de Hulst deed hetzelfde als de commissie die de historische canon samenstelde, maar dan vanuit christelijk oogpunt, vindt prof. dr. G. J. Schutte. „Van de Hulst heeft in het boek ”Toen en nu” een aantal geschiedenisvensters genomen die hij voor jongeren van belang vond.”
De emeritus hoogleraar geschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam sprak dinsdag over de invloed van Van de Hulst en andere schoolmeesters op de geschiedverhalen. Dat deed hij tijdens een studium generale van VU podium in Windesheim te Zwolle.De redacteur van het dit jaar uitgekomen boek ”De geschiedenis aan het volk verteld. Populaire protestants-christelijke geschiedschrijving in de negentiende en twintigste eeuw”, maakte duidelijk dat het schrijven van dergelijke boeken te maken had met opkomend nationalisme en met het zoeken naar een eigen identiteit.
Schoolmeesters hadden in de negentiende eeuw een belangrijke taak van de predikanten overgenomen, stelde Schutte. „De dominees lieten het er voor een deel bij zitten. Ze waren vaak zo deftig dat ze hun kerkvolk niet kenden. Ze woonden in grote huizen, preekten in grote kerken en stonden ver weg van het volk en lieten het onderwijs en de opvoeding over aan catechiseermeesters en schoolmeesters die dichter bij de mensen stonden.”
De schoolmeesters, zoals Van de Hulst en vele anderen, schreven opvoedkundige en geschiedkundige boeken, die tijdens de kerstviering van de zondagsschool werden uitgedeeld. Ze waren, aldus Schutte, uitstekend op de hoogte van de wetenschappelijke stand van zaken op historisch gebied. „P. de Zeeuw J.G.zn. had een bibliotheek van 30.000 boeken en had ontzettend veel gelezen. Hij haalt in zijn boeken soms letterlijk historische teksten aan. Zelfs de kleding in de boeken is vaak historisch verantwoord.” Schutte erkende dat ze een eigen inkleuring aan de situatie en aan de personen gaven, maar dat doet iemand als Hella Haasse in ”Mevrouw Bentinck of Onverenigbaarheid van karakter” ook, zei hij.
Briljante vondst
De vijftig geschiedenisvensters waarmee de canoncommissie van Van Oostrom gekomen is, zijn niet nieuw, meent Schutte. „In ”Toen en Nu” geeft Van de Hulst ook een canon, maar dan vanuit een protestants-christelijke visie. In dat boek schrijft hij over die dingen uit de geschiedenis die de Nederlanders volgens hem moesten weten.”
Schutte noemde het opvallend dat Van de Hulst heel weinig ”vensters” had over de negentiende en de twintigste eeuw. De canoncommissie heeft juist veel aandacht voor de laatste twee eeuwen.
De canoncommissie heeft niet altijd de juiste keuzes gemaakt, stelde Schutte. Zo vindt hij dat de christelijke elementen uit de geschiedenis te weinig zijn belicht en ervaart hij het opnemen van Spinoza en Annie M. G. Schmidt in de canon als erg vreemd. Hij heeft tevergeefs gepleit voor een meer christelijke inkleuring van de canon. De vensters zelf vindt hij een briljante vondst. „Iedere onderwijzer kan een eigen inkleuring van die vensters verzinnen.”
De toenemende interesse voor nationalisme in onze tijd noemde de emeritus hoogleraar opvallend. „Het heeft te maken met het zoeken naar een eigen identiteit, vergelijkbaar met wat in de negentiende eeuw gebeurde. Nu zijn de onderliggende oorzaken het opgaan van Nederland in Europa en de komst van allochtonen, waardoor Nederlanders zich weer bezinnen op hun wortels”, aldus Schutte.